Literaire begrippen

Literaire begrippen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Literaire begrippen

Slide 1 - Slide

 Volgens het Referentiekader taal moeten leerlingen de volgende eindniveaus van literaire competentie bereiken:

 

eind 4 vmbo (uitgezonderd bb) minstens niveau 2 | 12-15 jaar
eind onderbouw havo/vwo minstens niveau 2 | 12-15 jaar
eind 5 havo minstens niveau 3 | 15-18 jaar
eind 6 vwo minstens niveau 4 | 15-18 jaar

Deze eindniveaus zijn vastgelegd in het Referentiekader taal als respectievelijk 2F, 3F en 4F. Dit zijn functionele niveaus. Een leerling in havo 5 die aantoont niveau 3 bereikt te hebben, haalt daarmee een (ruime) voldoende. Het streefniveau is het eerstvolgende niveau; voor havo 5 dus niveau 4 en voor vwo niveau 5. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Beschrijf het filmpje 
en geef duidelijk en beargumenteerd je mening

Slide 7 - Slide

Personages
- Karakters, types, flat, round
- helpers, tegenstanders
- identificatie
- ontwikkeling
-identificatie

Slide 8 - Slide

Tijd
- chronologie
- fabel-sujet
- flashback, forward, verdichting, sprong
- vertelde tijd
- verteltijd

Slide 9 - Slide

spanning 1
- open plekken                                               
- wisselen verhaallijn
- vertragen
- onverwachte wending

Slide 10 - Slide

spanning 2
- wekken verwachting
- uitstellen
- informatievoorsprong

Slide 11 - Slide

spanning 3
- sturingsmechanismes
-actie- en psychologische
- gericht op verleden of toekomst

Slide 12 - Slide

Ruimte
- °omgeving° van het verhaal
- sfeer en spanning
- overeenkomst, versterkend, contrasterend

Slide 13 - Slide

perspectief-verteller
- ik-verteller
- personaal
- auctoriaal

Slide 14 - Slide

Thema (grondmotief)
kortste aanduiding centrale probleem

Slide 15 - Slide

motieven
1. abstract motief
2. leidmotief
3. klassieke motieven

Slide 16 - Slide

stijl
- zinsbouw
- vorm
- vocabulaire
- ironie, sarcasme, cynisme
- stijlmiddelen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide