3.3 Experimenteren: transport door celmembranen

Eerst vraag 6 van 3.2: Licht toe of de hypothese van Raymond juist was. Dit is een kwestie van de paragraaf lezen.

Er staat, linkerkolom pag. 92: "Het groot aantal bacteriën is ontstaan in de ijsmachine". = hypothese.

Na onderzoek blijkt: rechterkolom pag. 92: "de spatel om ijs in bakken te doen bevat de meeste bacteriën".

De hypothese was onjuist en wordt verworpen.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Eerst vraag 6 van 3.2: Licht toe of de hypothese van Raymond juist was. Dit is een kwestie van de paragraaf lezen.

Er staat, linkerkolom pag. 92: "Het groot aantal bacteriën is ontstaan in de ijsmachine". = hypothese.

Na onderzoek blijkt: rechterkolom pag. 92: "de spatel om ijs in bakken te doen bevat de meeste bacteriën".

De hypothese was onjuist en wordt verworpen.

Slide 1 - Slide

Onderzoek doen (H3)

Vandaag
  • 3.3 Transport door celmembranen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 3.3 Transport door celmembranen
Je beschrijft verschillende manieren van membraantransport. 

Je verklaart de veranderingen bij een plantencel in een omgeving met een afwijkende osmotische waarde. 

Je verklaart de veranderingen bij een dierlijke cel in een omgeving met een afwijkende osmotische waarde. 

Slide 3 - Slide

Bouw celmembraan

Slide 4 - Slide

Passief transport kost geen energie.
Actief transport kost energie (ATP).

Slide 5 - Slide

PASSIEF TRANSPORT
ACTIEF TRANSPORT
Kost geen energie
Kost energie, dus kost ATP
Volgt het concentratieverval: verplaatsing van stoffen van een hoge concentratie naar een lage concentratie
Gaat tegen het concentratieverval in: verplaatsing van stoffen van een lage concentratie naar een hoge concentratie
Gaat vanzelf = diffusie
Met behulp van transporteiwitten
Gassen en vetachtige stoffen (hydrofoob)
Ionen en grote polaire moleculen (hydrofiel)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

HUISWERK
Bestudeer 3.3 en maak 1 t/m 5

Transport over de celmembraan

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

  • Je kunt de begrippen diffusie en osmose uitleggen.
  • Je kunt beschrijven hoe dierlijke en plantaardige cellen zich gedragen wanneer zij terecht komen in een hypotonisch, isotonisch of hypertonisch milieu.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Dierlijke cellen
Streven naar isotone omstandigheden.

Slide 22 - Slide

Plantencellen

Slide 23 - Slide

Streven naar hypertone celinhoud om druk op de celwand te houden (turgor): stevigheid

Slide 24 - Slide

Plasmolyse: celmembraan laat los van de celwand.
Grensplasmolyse: turgor=nul maar celmembraan laat nog net niet los

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

HUISWERK
Bestudeer 3.3 en 
maak opdracht 7 t/m 14

Slide 27 - Slide

Leerdoelen 3.3 Transport door celmembranen
Je beschrijft verschillende manieren van membraantransport. 

Je verklaart de veranderingen bij een plantencel in een omgeving met een afwijkende osmotische waarde. 

Je verklaart de veranderingen bij een dierlijke cel in een omgeving met een afwijkende osmotische waarde. 

Slide 28 - Slide