Leer §6.2 en maak de opdrachten 3, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 16, 18 en 19
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Biotoop onder de loep
klas 1hv
Leer §6.2 en maak de opdrachten 3, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 16, 18 en 19
Slide 1 - Slide
Voorkennis
We starten met voorkennis, beantwoord de volgende vragen. Vind je dit lastig? Kijk dan nog eens naar de vorige LessonUps.
Slide 2 - Slide
Welke organismen doen allemaal aan fotosynthese? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Dieren
B
Planten
C
Bacteriën
D
Schimmels
Slide 3 - Quiz
Lesdoel
Je leert dat elke soort een eigen leefomgeving heeft, hoe planten en dieren samen leven en hoe en gebied gevarieerder wordt.
Slide 4 - Slide
Biotoop en levensgemeenschap
Biotoop: Een leefgebied van een organisme, de omstandigheden van dit gebied zijn geschikt voor het organisme.
Habitat: de onderdelen uit een biotoop die en organisme nodig heeft om van te leven.
Levensgemeenschap: alle organismen die in een biotoop samenleven.
Slide 5 - Slide
Abiotische en Biotische factoren
Abiotische factoren: alle niet levende factoren die een rol spelen in ecosysteem. Bv. water, temperatuur enz.
Biotische factoren: alle levende onderdelen die en rol spelen in een ecosysteem. Bv. dieren, planten, schimmels en bacteriën.
Slide 6 - Slide
Ecosysteem
Een ecosysteem is een deel van ons natuurlijk milieu. Biotische factoren (dieren en planten) en abiotische factoren (lucht, water en bodem) zorgen samen voor een evenwicht waarin geleefd kan worden. Voorbeelden: Bos, Zee, stad enz.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Hier staan 2 factoren die een rol spelen in het ecosysteem Ijselmeer. 1. voedselaanbod 2. waterdiepte Welke zijn abiotische factoren?
A
Voedselaanbod is een abiotische factor
B
Waterdiepte is een abiotische factor
C
Beide zijn abiotische factoren
D
Geen van beide zijn abiotische factoren.
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Video
Hieronder staan vier beweringen, klik de beweringen aan die juist zijn.
A
Een habitat bestaat uit verschillende biotopen
B
Elk habitat heeft zijn eigen abiotische factoren
C
Een plekje onder een waterlelie is een voorbeeld van een habitat
D
In het habitat van pissebedden komt veel zonlicht.
Slide 11 - Quiz
Hoe noemen we het leefgebied van een organisme?
A
habitat
B
biotoop
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem
Slide 12 - Quiz
Organismen die dezelfde prooi hebben zijn .... voor deze prooi.
Slide 13 - Open question
Huiswerk
klas 1hv
Leer §6.2 en maak de opdrachten 3, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 16, 18 en 19