rapporteren helpende plus

Leerdoelen
  • Jullie herkennen het verschil tussen objectief en subjectief rapporteren
  • Jullie kennen het rapportage systeem bij jullie op het werk.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerdoelen
  • Jullie herkennen het verschil tussen objectief en subjectief rapporteren
  • Jullie kennen het rapportage systeem bij jullie op het werk.

Slide 1 - Slide

Wat is het doel van rapporteren?
timer
1:00
A
Het is leuk om te vertellen wat de patiënt heeft meegemaakt.
B
Het is een methode om collega's en clienten op de hoogte te houden van jouw dagplanning.
C
Het is een methode om je collega's op de hoogte te houden van jouw persoonlijke interpretatie's van de situatie.
D
Het doel van rapporteren is het ondersteunen van goede zorgverlening.

Slide 2 - Quiz

Welke informatie verzamel ik om te kunnen rapporteren en hoe verkrijg ik deze?
timer
1:00

Slide 3 - Open question

Verzamelen verpleegkundige gegevens
  • Observeren: Kijken-ruiken-voelen
  •  Vragen stellen aan en luisteren naar….
  •  Lichaamsfuncties meten
  •  Consulteren andere disciplines
  •  Informatie uit Verpleegkundige overdracht/verpleegkundig dossier

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil tussen objectief en subjectief?

Slide 5 - Open question

timer
1:00
Objectief
Subjectief
Feiten
Waarnemingen
Vaststelingen
individuele gevoelens
Vooroordelen
Meetbaar
Feitelijk
Gekleurd

Slide 6 - Drag question

Afspraken rondom rapportage
Schrijf objectief
Schrijf actief (wie doet wat)
Pas op voor vaktaal en afkortingen (Inf. in situ, AB gb)
Schrijf in complete zinnen  
Voorzien van initialen
Voorzien van datum en tijd

Slide 7 - Slide

Hoe start je een rapportage?
Verzamel gegevens
Verwerk gegevens in je dossier
Werk volgens een vast patroon.
Schrijf objectief, begrijpelijk en in complete zinnen.

Slide 8 - Slide

rapporteren helpende plus
SOAP methode:
Subjectief: Wat de cliënt zegt over zijn eigen belevingen.
Objectief: De directe observatie van de situatie door de medewerker. Met andere woorden: het gedrag van de cliënt zoals de medewerker dit waarneemt.
Analyse: Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens die de medewerker heeft verzameld.
Plan: Wat de medewerker vervolgens gaat doen.

Slide 9 - Slide

Voorbeeld

Subjectief: Mevrouw weigerde haar middag-medicijnen en zei dat ze ze niet meer wilde hebben.
Objectief: Werd onrustig en raakte van streek.
Analyse: Weigert in de regel geen medicijnen, maar ik heb pas kort geleden met mevrouw kennisgemaakt en ze kent me niet goed.
Plan: Ik zal wat tijd samen met haar doorbrengen zodat ze meer vertrouwd raakt met mijn gezelschap en vraag haar of zij de medicijnen later wil innemen.

Slide 10 - Slide