Veilig voedsel met HACCP

• Koken
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3
• Leerroute 4

Veilig voedsel met HACCP

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat HACCP is en waarom het belangrijk is voor voedselveiligheid.

Wat weet je al over HACCP?

Rauw vlees

Brood & Kaas

Groenten & Fruit

Gevogelte

Wat is HACCP?

HACCP staat voor Hazard Analysis and Critical Control Points.

Waarom is HACCP belangrijk?

HACCP zorgt ervoor dat voedsel veilig wordt geproduceerd, verwerkt en bereid.

HACCP-stappen

1. Identificeer de gevaren 

2. Bepaal de kritische controlepunten 

3. Stel kritische grenswaarden vast 

4. Monitor de controlepunten 

5. Neem corrigerende maatregelen 

6. Houd documentatie bij

Voorbeeld: Gevaren identificeren

Mogelijke gevaren zijn bacteriën, chemicaliën en fysieke verontreinigingen.

Wat ging er mis tijdens het koken bij Timo en Finne?

Interactieve oefening

Identificeer de gevaren in de volgende situatie: een restaurantkeuken.

Voorbeeld: Kritische controlepunten

Temperatuurcontrole bij het koken en koelen van voedsel is een kritisch controlepunt.

Toets je kennis

Wat zijn de zes stappen van HACCP?

Hoe zorg jij ervoor dat de werkplek schoon blijft?

Waarom moet je het fruit wassen, voordat je het eet / verwerkt in het eten?

Hoe kan ik het zien, dat de producten vers zijn?
( Meerdere antwoorden mogelijk)

1. Aan de houdbaarheidsdatum
2. Hoe de verpakking eruit ziet
3. De vorm en kleur van de verse groenten en het fruit

03:05

Invriezen

Het is vandaag
22-05-2024 mag ik het melk nog gebruiken voor een recept?

1. Ja, dat mag.
2. Nee, dat mag niet.

Je hebt nog een paar eieren over en deze wil je koken. Hoe kun je zien, dat de eieren nog goed zijn?
Meerdere antwoorden mogelijk!

Je hebt een bakje champignons gehaald en ziet dat het folie plakt op de champignons, wat ga je dan doen?

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.