Adverb of manner: very, really, incredibly, terribly: geven aan hoe iets gebeurt.
- Vóór het woord waar ze iets van zeggen bij een bijvoeglijk naamwoord of bijwoord.
He is very friendly. This is really nice. 2. Eind van de zin. Bij een werkwoord.
He sang the song iterribly.
of vóór het hoofdwerkwoord. They nervously waited for the President.
Nooit tussen het werkwoord en het onderwerp!