3.3 / 3.4 De roerige jaren '60 & 1970-heden

VERANDERING
3.3 De roerige jaren 60
1 / 27
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

VERANDERING
3.3 De roerige jaren 60

Slide 1 - Slide

DE JAREN 60

Slide 2 - Slide

ONTZUILING
  • Ontzuiling vindt plaats door de culturele tegenbeweging van de jaren 1960 (de antihouding van de provo’s), de opkomst van televisie en de groeiende welvaart.
  • De ontkerkelijking nam toe en de banden met ideologische organisaties werden  steeds losser. 
  • Het fenomeen 'zwevende kiezer' ontstaat.

Een voorbeeld van de ontzuiling
de samenwerking die katholieken en protestanten in 1980 aangingen in de nieuwe partij het CDA. 

Slide 3 - Slide

EEN EIGEN CULTUUR
  • Vanaf de jaren 50 gaan jongeren steeds langer naar school, waardoor ze vaak een hogere opleiding dan hun ouders volgen én in contact kwamen met andere ideeën.
  • Door de stijgende welvaart kunnen (en gaan) jongeren zich steeds meer onderscheiden door hun kleding, kapsel, muziek en manier van omgaan met elkaar. Ze vormden een eigen jeugdcultuur.

Slide 4 - Slide

NOZEMS
  • Nozems zijn vaak werkende jongeren. Ze dragen spijkerbroeken, leren jassen en hadden vetkuiven. Meisjes dragen korte rokken en petticoats
  • Ze staan in groepjes bij elkaar op straat of bij een snackbar, hangend op hun brommer en maken (volgens ouderen...) veel lawaai en schreeuwden naar voorbijgangers. 
  • Ze luister naar rock-’n-rollmuziek, uiteraard uit Amerika.

Slide 5 - Slide

PROVO
  • Halverwege de jaren zestig ontstaat in Amsterdam de provobeweging. 
  • Provo komt van het woord ‘provoceren’, dat ‘uitdagen’ of ‘uitlokken’ betekent.
  • Dat is ook precies wat de provo’s willen: iets doen of zeggen om een reactie uit te lokken
  • Met ludieke acties, grappig en zonder geweld, wilden zij de ouderen aan het denken zetten. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

HIPPIES
  • Amerikaanse jongeren komen in protest tegen de oorlog die hun regering voert in Vietnam. Hieruit ontstaat de hippie- of flowerpowercultuur
  • Eind jaren zestig komt deze jeugdcultuur ook naar Nederland. De hippies hebben lange haren en vrolijke, kleurrijke kleding. Ze willen zo eenvoudig mogelijk en zonder luxe leven. 
  • De slogan van de hippies is: ‘Make love, not war’
Het Woodstock-festival (1969) wordt wel gezien als hét hippie-festival. Bijna alle grote bands uit die tijd waren aanwezig bij '3 Days of Peace & Music'. Hoewel het wereldberoemd is geworden, was het bijzonder slecht georganiseerd (slechte sanitaire voorzieningen) en kwamen er veel te veel mensen binnen (zonder te betalen). De organisatie maakte dan ook geen winst.

Slide 8 - Slide

MEER INSPRAAK
  • Jongeren hadden in de politiek weinig te zeggen: stemmen mocht pas vanaf 23 jaar.
  • Ook op scholen en universiteiten, waar dingen nog op de 'ouderwetse manier' gingen, hadden jongeren kritiek
  • Omdat ze niet veel konden inbrengen begonnen jongeren in de jaren 60 meer inspraak te eisen. Dit heet democratisering

In september 1969 bezetten studenten het Maagdenhuis in Amsterdam. Dit is het bestuursgebouw van de Universiteit Amsterdam. Ze probeerden hiermee meer inspraak te bereiken. 

Toen na vijf dagen de politie hen met harde hand verwijderde, leek alles voor niets. Toch kwam er langzaamaan steeds meer inspraak voor studenten op scholen en universiteiten. Maar ook op het werk werd veel democratischer met beslissingen omgegaan: personeel en directie gingen steeds vaker samen overleggen.

Slide 9 - Slide

MAATSCHAPPELIJKE VERANDERINGEN
  • Ontzuiling
  • Democratisering
  • Emancipatie
  • Feminisme
  • Individualisering
  • Ontideologisering

Slide 10 - Slide

INTERNATIONALE ONTWIKKELINGEN
  • Migranten veranderen de Nederlandse bevolkingsopbouw (demografisch).
  • Er ontstaat een pluriforme samenleving/ multiculturele samenleving.
  • Indonesië en Suriname worden onafhankelijk.
  • Europeanisering.
  • Koude oorlog is voorbij. We redeneren minder in een vijandbeeld.

Slide 11 - Slide

EEN GEMODERNISEERD LAND
De samenleving is door tal van ontwikkelingen steeds meer gemoderniseerd tot de samenleving van vandaag. Vooral door de rol van technologie en wetenschap is er vooruitgang geboekt sinds de industriële revolutie, maar ook is de samenleving steeds democratischer geworden met meer rechten voor burgers.

Maar zijn alle ontwikkelingen ook positief geweest?

Vinden alle politieke partijen iedere ontwikkeling ook positief?
- Wat vinden partijen/stromingen van globalisering, individualisering of democratisering?
- Wat vinden partijen/stromingen van modernisering?

Slide 12 - Slide

VERANDERING
3.4 De jaren 1970 - heden

Slide 13 - Slide

JAREN 70






  • Ontzuiling zet door a.d.h.v. verdere ontkerkelijking/deconfessionalisering.
  • Individualisering door toegenomen welvaart.
  • Opkomst zwevende kiezers -> ruimte voor nieuwe partijen (bijv. D'66)
  • Tijd van polarisatie (tegenstellingen)
  • Tweede feministische golf 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

DEN UYL l
1973-1977: Kabinet Den Uyl l

PvdA + KVP + ARP + PPR + D'66 
(97 zetels)

Meest progressieve kabinet dat Nederland ooit gehad heeft.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

VAN AGT I
1977-1981: Kabinet Van Agt l

CDA + VVD
(77 zetels)

Een rechts-conservatief kabinet met minder activisme. PvdA wordt buitengesloten.

Slide 18 - Slide

JAREN 80: TIJDPERK CDA
1981-1982: Van Agt II (CDA + PvdA + D66) (109 zetels)
1982: Van Agt III (CDA + D66) (65 zetels)

1982-1986:  Lubbers I (CDA + VVD) (81 zetels)
1986-1989: Lubbers II (CDA + VVD) (81 zetels)
1989-1994: Lubbers III (CDA + PvdA) (103 zetels)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

IDEOLOGISCHE CAPITULATIE
Partijen gaan steeds minder hun oorspronkelijke ideologie handhaven, maar men zoekt juist naar zakelijke oplossingen

Partijen kruipen naar elkaar toe!

Slide 21 - Slide

JAREN 90: WIM KOK
1994-1998: kabinet Kok I 
(ook wel Paars I) PvdA + VVD + D66 
(92 zetels)

1998-2002: kabinet Kok II 
(ook wel Paars II) PvdA + VVD + D66  
(97 zetels)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Polarisatie vanaf 2002
Links vs rechts
Pim Fortuyn
Wilders
Populisme

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

BALKENENDE & RUTTE
2002-2003: Balkenende I (CDA + VVD + LPF) (93 zetels)
2003-2006: Balkenende II (CDA + VVD + D66) (78 zetels)
2006-2007: Balkenende III (CDA + VVD) (71 zetels)
2007-2010: Balkenende IV (CDA + PvdA + CU) (80 zetels)

2010-2012: Rutte I (VVD + CDA + gedoogsteun PVV) (76 zetels)
2012-2017: Rutte ll (VVD + PvdA) (79 zetels)
2017-2021: Rutte lll (VVD + CDA + D'66 + CU) (76 zetels)







 kabinetscrisis nieuwe militaire missie Afghanistan 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video