This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Limburgers staat bekend als bourgondiërs. Daarom is het misschien niet verstandig om aan hen kant-en-klaar maaltijden te verkopen. Als je de DESTEP-analyse erbij pakt. Waar past dit gegeven het beste bij?
A
Demografische factor
B
Economische factor
C
Sociaal-culturele factor
D
Ecologische factor
Slide 2 - Quiz
Geef twee substituten van elkaar
Slide 3 - Open question
Berts bedrijf is leverancier van een rolluik met elektrische bediening. Hij heeft gemerkt dat consumenten overstappen naar rolluiken met een handmatige bediening als de prijs van zijn product net iets te hoog is.
Van welke kracht van het vijfkrachtenmodel van Porter is dit een voorbeeld?
A
Dreiging van nieuwe toetreders
B
Macht van afnemers
C
Macht van leveranciers
D
Verkrijgbaarheid van substituten
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Leg uit wat kengetallen zijn
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Een kledingwinkel had vorig jaar een omzet per m² van €2.735. De winkelvloeroppervlakte is 325 m². Dit jaar was de omzet €992.000. Wat kun je zeggen over de omzet per m² WVO? (Vraag 6)
A
De omzet per m² WVO is gedaald met ongeveer €317
B
De omzet per m² WVO is gestegen met ongeveer €317
C
De omzet per m² WVO is gedaald met ongeveer €3052
D
De omzet per m² WVO is gestegen met ongeveer €3.052
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Wanneer bereken je de arbeidsproductiviteit per FTE i.p.v. per werknemer?
A
Bij een eenmanszaak
B
Als je veel parttimers hebt
C
Als je alleen maar fulltimers hebt
Slide 11 - Quiz
Een kledingwinkel heeft het afgelopen jaar een omzet behaald van €584.000. Van de vijf mensen werken er twee fulltime en drie hebben een parttime contract voor 50%. Wat is de omzet per FTE? (Vraag 10C)
A
€136.857,14
B
€146.857,14
C
€166.857,14
D
€196.857,14
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Een lederwarenwinkel heeft een omzet per jaar van €453.000. De winkel heeft gemiddeld 70 klanten per week. De winkel is 49 weken per jaar open. Wat is het gemiddelde APT? (Vraag 22)
A
€60,35
B
€80,02
C
€110,07
D
€132,07
Slide 14 - Quiz
In een warenhuis worden op een dag 1.200 producten verkocht. Er zijn gemiddeld 540 klanten. Wat is het IPT? Rond af op één decimaal (Vraag 28A)