Vragenlijst schrijfvaardigheid

Schrijfvaardigheid
Beste allemaal,

Hier heb ik een vragenlijst voor jullie met vragen die gaan over het onderdeel schrijfvaardigheid. Denk hierbij aan opdrachten waarbij je moet schrijven, zoals een mail typen, een verslag maken over een onderwerp of een brief aan iemand bij het vak Nederlands. 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Schrijfvaardigheid
Beste allemaal,

Hier heb ik een vragenlijst voor jullie met vragen die gaan over het onderdeel schrijfvaardigheid. Denk hierbij aan opdrachten waarbij je moet schrijven, zoals een mail typen, een verslag maken over een onderwerp of een brief aan iemand bij het vak Nederlands. 

Slide 1 - Slide

Uitleg 
Je kunt steeds als antwoord kiezen: 
A = vaak 
B = regelmatig 
C = bijna niet 
D = nooit 

Beantwoord eerlijk! Zoals jij vindt dat het is!

Slide 2 - Slide

Ik krijg voor het vak Nederlands leuke, interessante schrijfopdrachten
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 3 - Quiz

De schrijfopdrachten worden voor echte situaties geschreven (schoolkrant, mailen naar echte mensen)
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 4 - Quiz

De docent doet zelf duidelijk voor hoe hij/zij de opdracht zelf maakt.
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna nooit
D
nooit

Slide 5 - Quiz

De docent helpt je tijdens het maken van de schrijfopdracht door steeds te kijken hoe je het aanpakt
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 6 - Quiz

De docent geeft alleen aandacht aan het eindproduct, niet hoe je het aangepakt hebt
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna nooit
D
nooit

Slide 7 - Quiz

De docent doet klassikaal voor hoe je de tekst moet schrijven
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 8 - Quiz

Ik geef feedback op de schrijfopdracht van een ander
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 9 - Quiz

De docent geeft opdrachten die bedoeld zijn om in het echt te gebruiken.
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 10 - Quiz

Je krijgt de mogelijkheid om elkaars schrijfwerk te bekijken als je nog bezig bent met de opdracht.
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 11 - Quiz

De schrijfopdrachten worden tentoongesteld in de klas, zodat je klasgenoten ze ook kunnen zien
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 12 - Quiz

Je mag gebruik maken van een computer bij het maken van een schrijfopdracht
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 13 - Quiz

Ik geef feedback aan andere klasgenoten over hun schrijfwerk
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 14 - Quiz

Ik snap waarom ik een schrijfopdracht moet maken
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 15 - Quiz

Ik vind het leuk om schrijfopdrachten te maken
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 16 - Quiz

Het helpt me als de docent voordoet hoe ik een schrijfopdracht moet maken
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 17 - Quiz

Mijn docent maakt me enthousiast voor het maken van schrijfopdrachten
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 18 - Quiz

De docent beoordeelt mijn spelling van de schrijfopdracht
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 19 - Quiz

Ik heb het gevoel dat ik eigen keuzes kan maken bij het maken van een schrijfopdracht
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 20 - Quiz

Voor ik ga schrijven, laat de docent mij zien hoe zo'n tekst eruit hoort te zien door voorbeeldteksten te geven.
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 21 - Quiz

Ik voel me veilig om een schrijfopdracht te laten zien aan anderen
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 22 - Quiz

De docent laat me eerst kladversies maken, geeft feedback en laat me dan het werk weer aanpassen
A
vaak
B
regelmatig
C
bijna niet
D
nooit

Slide 23 - Quiz

Wat heb jij nodig om een goede tekst te kunnen schrijven?

Slide 24 - Open question