Fase 3, periode 1 les 2 examen Gesprekken voeren 2F
Fase 3
examen Spreken & Gesprekken voeren 2F
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2,3
This lesson contains 11 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Fase 3
examen Spreken & Gesprekken voeren 2F
Slide 1 - Slide
Fase 3
examen Gesprekken voeren 2F
Slide 2 - Slide
examen Gesprekken voeren 2F
Er zijn twee mogelijkheden:
Een werkoverleg op je BPV;
Een sollicitatiegesprek.
Slide 3 - Slide
Werkoverleg
Je voert een werkoverleg met je leidinggevende in de BPV. Jullie bespreken tijdens het overleg de werkzaamheden en de verdeling van het werk binnen het team.
De examenafnemer speelt je leidinggevende
Slide 4 - Slide
Sollicitatiegesprek
Je gaat een sollicitatiegesprek voeren aan de hand van een vacature. De vacature wordt gedeeld door jouw docent Nederlands.
In de vacature zitten minstens twee eisen waar jij aan voldoet en minstens één waar jij (nog) niet aan voldoet.
De examenafnemer speelt de werkgever. Gebruik je eerdere werk- of BPV-ervaringen om de vragen te beantwoorden.
Slide 5 - Slide
examen Gesprekken voeren 2F
Duur:
ongeveer 6 minuten
Beoordeling op:
Beurten nemen en bijdragen aan samenhang
Afstemming op doel
Afstemming op de gesprekspartner(s)
Woordenschat en woordgebruik
Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing
Slide 6 - Slide
inhoud examen werkoverleg
Welke werkzaamheden heb jij tot dusver uitgevoerd? Noem er minimaal 2 en maak het concreet (waar, wanneer, met wie, hoe, hoe lang, resultaat, enz.)
Wat zullen jouw toekomstige werkzaamheden nog zijn? (Maak het concreet, denk aan: waar, wanneer, hoe, materiaalgebruik, hulp, tijd, enz.)
Wat is de taakverdeling binnen het team, wat gaan jouw collega's doen en wat is jouw rol daarin? (Bespreek de rol van de kandidaat en maak afspraken over de planning en werkverdeling.)
Slide 7 - Slide
inhoud examen sollicitatiegesprek
Wie ben je?
Waarom solliciteer je op deze functie?
Aan welke eisen in de vacature voldoe jij? (benoem waarom, ervaring hiermee, talenten, enz.)
Wat zijn jouw verbeterpunten?
Welke ervaringen kun jij goed gebruiken in deze functie?