Herhalingsles

Programma
Theevraag
Herhaling afgelopen lessen

1 / 12
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Programma
Theevraag
Herhaling afgelopen lessen

Slide 1 - Slide

Wat is je favoriete feestdag?

Slide 2 - Open question

Einde Romeinse rijk
  • In 476 n.chr kwam het Romeinse rijk ten val

  • Romeinse soldaten zorgde voor veiligheid aan de grenzen  en op de weg 

Slide 3 - Slide

Middeleeuwse samenleving
  • Na de val van het Romeinse Rijk werd het onveilig in Europa
  • Er was geen sterk leger meer en wegen werden niet langer onderhouden.
  • De handel kwam 'stil' te liggen en dorpen werden zelfvoorzienend
De Romeinse samenleving van het platteland én steden, werd weer een samenleving van het platteland.




De samenleving was verdeeld in drie standen:
  1.  Geestelijken (bidden tot God)
  2.  Edelen (beschermen, spreken recht, heffen belasting)
  3.  Boeren en horigen (werken = herendiensten)

Slide 4 - Slide

Land van de landheer
Het kasteel
Belasting
Akkers van de horigen
Bescherming
Herendiensten

Slide 5 - Drag question

3 groepen
Als je in de tijd van monniken en ridders leefde hoorde je bij een van de 3 groepen:
  1. Edelen (de mensen van adel: graven, koningen e.d.)
  2. Geestelijken (de mensen van de kerk: monniken, priesters)
  3. Boeren en horigen
Groep 1 en 2 was maar een klein deel van de bevolking, maar hadden de meeste macht. 

Slide 6 - Slide

Adel
Geestelijken
Boeren

Slide 7 - Drag question

Omhakken van heilige bomen. Germanen geloofde niet in één god als de Christenen maar in meerdere goden. Karel de Grote wilde dat iedereen in zijn rijk Christelijk was en verbood andere geloven. 
In Rome woont de paus. Hij is het hoofd van de kerk en dus van alle christenen. Rijke mannen (Edelen) vinden dat hij zijn werk niet goed doet en sluiten hem op. De paus ontsnapt uit zijn kerker en vlucht naar Karel die de paus gehoorzaamt. Die zorgt ervoor dat de paus weer de baas wordt in Rome. Als dank kroont de paus hem in het jaar 800 tot Keizer
Na veel veldtochten is Karels rijk bijna net zo groot als Europa nu. Hij is de eerste met zo'n groot land na de Romeinen. Daarom noemen we hem ook wel Vader van Europa. Rust en eenheid is belangrijk in zo'n enorm rijk. Daarom laat Karel alle wetten en regels opschrijven en zorgt hij ervoor dat iedereen zich daaraan houdt.
Karel de Grote is de koning. Waarschijnlijk krijgt hij die bijnaam omdat hij zo'n groot rijk bezit. Maar hij is zelf ook groot. In de middeleeuwen zijn de mensen kleiner dan nu. Karel is 1 meter 84 en steekt met kop en schouders boven de meeste mensen uit
In de middeleeuwen kunnen veel mensen niet lezen en schrijven. Zelfs de koning niet! Als Karel een handtekening moet zetten zet hij alleen een klein streepje in het midden. Maar Karel de Grote vindt het belangrijk dat meer mensen dat leren. Daarom moeten de monniken nieuwe letters ontwikkelen. Die zijn makkelijker te lezen. We gebruiken ze nog steeds. Ook komen er scholen voor rijke jongens. Die kunnen Karel later helpen zijn rijk te besturen. 
Het is niet makkelijk om zo'n groot land te regeren. Je weet nooit of ergens een opstand uitbreekt. Karel reisde eerst zijn hele rijk door, maar daar heeft Karel iets op bedacht. Hij geeft Edelen en geestelijken (leenmannen) een stuk land te leen. In ruil daarvoor zweren deze leenmannen trouw aan de koning. En ze moeten veel doen: de rust bewaren, wetten uitvoeren en soldaten sturen voor zijn leger.
Als Karel ouder wordt wil hij niet meer zoveel reizen. Daarom zoekt hij één plek om te wonen. Hij kiest voor de stad Aken en bouwt er zijn belangrijkste palts (Paleis en kasteel). Karel de Grote sterft als hij 72 is. Dat is erg oud voor die tijd. Zijn zoon Lodewijk de Vrome volgt hem op.
Na Karels dood verschijnen er veel verhalen over hem. Een van de beroemdste is 'Karel en Elegast'. Dat verhaal wordt rond het jaar 1250 geschreven - meer dan 400 jaar na zijn dood! Voor ons zijn die middeleeuwse verhalen moeilijk te lezen. De taal is heel anders en de spelling ook.

Karel en Elegast' begint met een droom. Een engel fluistert Karel in dat hij moet opstaan om te gaan stelen. Karel wil niet (want wat als hij betrapt wordt?), maar hij is een gelovig man, dus hij gehoorzaamt de engel toch. In het pikkedonker gaat hij naar buiten. In het bos wordt hij aangevallen door een zwarte ridder. Karel verslaat hem en ontdekt dat hij Elegast heet. Op het eind van het verhaal weet je waarom de engel Karel op pad heeft gestuurd…
Karel wil goede vrienden blijven met de landen om hem heen. Hij is rijk en geeft graag dure cadeaus. Daarmee maakt hij veel indruk op andere staatshoofden. Maar zelf krijgt hij het meest bijzondere geschenk… de witte olifant Abul Abbas. Karel krijgt hem van Harun-al-Rashid, de kalief (hoofd van de gelovigen) van Bagdad. Dit is nu de hoofdstad van Irak.

Slide 8 - Slide

Karel de Grote was erg gelovig, maar in welk geloof?

Slide 9 - Open question

Karel de Grote wilde dat iedere burger in zijn rijk Christelijk werd. Waarom?

Slide 10 - Open question

Hoe noem je het rijk van Karel de Grote?
A
Frankrijk
B
Frankische Rijk
C
Romeinse Rijk
D
Romaanse Rijk

Slide 11 - Quiz

Wat heb ik geleerd deze les? Noem drie begrippen.

Slide 12 - Open question