This lesson contains 25 slides, with text slides and 1 video.
uitleg theorie woordenschat 2
Als je overdrijft, gebruik je een hyperbool.
Je zegt: 'Hij barst van het geld';
je bedoelt: 'Hij is rijk'.
Als je iets afzwakt, gebruik je een understatement. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in werkelijkheid.
Je zegt: 'Zij heeft wel een paar centen';
je bedoelt: 'Zij is rijk'.
Ook bij een eufemisme zeg je iets zo dat het als minder erg of hard overkomt, maar dat doe je dan om een pijnlijke situatie te verzachten en om te voorkomen dat je iemand kwetst.
Je zegt: 'Hij is niet meer onder ons';
je bedoelt: 'Hij is overleden.
- Pleonasme: een eigenschap van een zaak of persoon nog eens noemen
- Tautologie: twee woorden van dezelfde woordsoort die hetzelfde betekenen