3.3 - Kruisingen

Welkom!
Zit je op je eigen plek?
WC-check? Gaan voor de les begint
Ligt je boek, schrift en pen/potlood op tafel?
Pak ook je chromebook er bij!
Dan kan je kletsen tot de les begint
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom!
Zit je op je eigen plek?
WC-check? Gaan voor de les begint
Ligt je boek, schrift en pen/potlood op tafel?
Pak ook je chromebook er bij!
Dan kan je kletsen tot de les begint

Slide 1 - Slide

Thema 3 - Erfelijkheid en evolutie

Slide 2 - Slide

Thema 3 - Erfelijkheid en evolutie
3.1 - Genotype en fenotype
3.2 - Genen
3.3 - Kruisingen
3.4 - Stambomen
3.5 - Variatie in genotypen
3.6 - Evolutie
3.7 - DNA technieken

Slide 3 - Slide

Herhaling 3.2
Wat is...
- Genotype
- Fenotype
- Homozygoot
- Heterozygoot
- Dominant
- Recessief
- Intermediair fenotype

Slide 4 - Slide

Genotypen noteren
Bruin haar / blond haar
Bruin haar = dominant -> A
Blond haar = recessief -> a

Homozygoot dominant: AA
Heterozygoot: Aa
Homozygoot recessief: aa

Slide 5 - Slide

Thema 3 - Erfelijkheid en evolutie

3.3 - Kruisingen

Slide 6 - Slide

Doelen van deze paragraaf
Je kunt een kruisingsschema opstellen
Je kunt bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen afleiden

Slide 7 - Slide

Kruisingen
Twee soortgenoten die samen nakomelingen krijgen: kruising



Vader: zwart (homozygoot)
Moeder: blond (homozygoot)
Wat zijn de genotypen? (zwart is dominant)


Slide 8 - Slide

Kruisingen

Vader: zwart (homozygoot)
homozygoot = 2x hetzelfde allel; dominant = hoofdletter

Moeder: blond (homozygoot)
homozygoot = 2x hetzelfde allel; recessief = kleine letter


Slide 9 - Slide

Kruisingen

Vader: zwart (homozygoot)
homozygoot = 2x hetzelfde allel; dominant = hoofdletter
AA
Moeder: blond (homozygoot)
homozygoot = 2x hetzelfde allel; recessief = kleine letter
aa


Slide 10 - Slide

Kruisingen



Kruisingen zijn vermenigvuldigingen -> x-teken

Ouders zijn generatie P (parentes = ouders)
Nakomelingen zijn F1, F2 (filii = kinderen)

Slide 11 - Slide

Kruisingen
Ouders zijn generatie P (parentes = ouders)
Nakomelingen zijn F1, F2 (filii = kinderen)

Slide 12 - Slide

Kruisingschema's (tabel) maken
P = ouders

F1 = 1e generatie

F2 = 2e generatie

Slide 13 - Slide

Kruisingschema
Een kruisingsschema is een tabel met alle mogelijke combinaties van allelen bij een kruising. Met een kruisingsschema kun je voorspellen wat de kans is dat een nakomeling een bepaald fenotype krijgt.

Vader: AA
Moeder: Aa

Slide 14 - Slide

De kruising 

Slide 15 - Slide

Kruisingschema
P:
Vader: AA
Moeder: aa




F1:
Allemaal Aa
Dus kruising is Aa x Aa

Slide 16 - Slide

Verhoudingen
Bij weinig nakomelingen -> toeval (elke mogelijke combinatie 25% kans)

Bij veel nakomelingen altijd (ongeveer) gelijke verdeling
AA x aa -> 100% Aa
Aa x aa -> 50% Aa, 50% aa -> 
Genotype verhouding is 1 : 1; fenotype verhouding is 1 : 1
Aa x Aa -> 25% AA, 50% Aa, 25% aa -> 
Genotype verhouding 1 : 2 : 1; fenotype verhouding is 3 : 1

Slide 17 - Slide

Aan het werk
Maken:
Basis -> verder met Thema 2, tot en met 2.5
Kader -> 3.3, opdracht 1 tot en met 6, daarna verder met Thema 2



Slide 18 - Slide