Lesson up 42 & 43

Lesson up 42
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesson up 42

Slide 1 - Slide

To do 
*  Samenstellingen en tussenletters: 
De basisregels
De regels van de tussen -s
De regels van de tussen -n
De regels van de tussen -e 
* Zelfstandig oefenen 

Slide 2 - Slide

Vergelijk de zinnen
1) We vonden het huis vuil in Groenlo
2) We vonden het huisvuil in Groenlo

1) Heb je pas foto's gemaakt bij de fotograaf?
2) Heb je pasfoto's gemaakt bij de fotograaf? 

Slide 3 - Slide

Samenstelling 
Een samenstelling is een combinatie van minimaal 2 woorden die samen 1 woord vormen:
tuin + man = tuinman
energie + rekening = energierekening
geluid + overlast = geluidsoverlast 
krant + bericht = krantenbericht 


Slide 4 - Slide

4 opties
  • Optie 1) (basisregel!) samenstellingen schrijf je aan elkaar, je plakt de woorden aan elkaar vast  (stoelpoot /tafellaken)
  • Optie 2)  je krijgt een tussen -s
  • Optie 3) je krijgt een tussen -e
  • Optie 4) je krijgt een tussen -n 

Slide 5 - Slide

Optie 2) je krijgt een tussen -s
* als je die hoort!
 jongen+broek = jongensbroek 
(lievelingskleur / beroepsvoetballer)
* stad + plein = stadsplein (want ook stadspark, stadsmens etc)
* TIP: bij twijfel omdat je al een 's' hoort: verander het woord.
varkensstal want varkensvlees

Slide 6 - Slide

Optie 3) je krijgt een tussen -e
Let op: it is een moeilijke! o.a.
*Heeft het meervoud een -s dan een -e: garages dus garagebedrijf
* Heeft het meervoud -en EN -es dan -e: groenten of groentes dus groentesoep / lades of laden dus ladeblok
*Het eerste deel verwijst naar een persoon of zaak die enig is in zijn soort: zonneschijn, maneschijn
*bij versterkende betekenis: beresterk/ apetrots 

Slide 7 - Slide

Optie 4) je krijgt een tussen -n 
*Als het eerste woord van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud op -en:  
roos + geur = rozengeur
kip + hok = kippenhok
krent + bol = krentenbol
tomaat + soep = tomatensoep 

Slide 8 - Slide

Zelfstandig werken + samen nakijken 
Opdracht 1 
Opdracht 2
Opdracht 3
Opdracht 4 
Opdracht 5 
Opdracht 6 

Slide 9 - Slide

Opdracht 1 
1 Groene stroom wordt opgewekt door onder andere windturbines.
2 In de stiltecoupé ergerde Joy zich groen en geel aan een bellende meneer.
3 In de wintermaanden strooit Omid broodkorsten voor de vogels.
4 Isa bouwt een bijenhotel: een broedplek voor bijen, die met uitsterven worden
bedreigd.
5 In veel grote steden zijn oude dieselauto’s in het stadscentrum verboden.
6 Van alle Waddeneilanden is Texel het grootst en het heeft het hoogste
inwoneraantal.

Slide 10 - Slide

Opdracht 2
1 Het eerste deel heeft geen meervoud op -en.
2 Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord.
3 Het eerste deel heeft een meervoud op -en en -s.
4 Het eerste deel heeft een versterkende betekenis.
5 Het eerste deel heeft een meervoud op -en en -s.
6 Het eerste deel is iets waarvan er maar één is.

Slide 11 - Slide

Opdracht 3
1 paardensport
2 zonnepaneel
3 machinekamer
4 jongeman
5 sterrenhemel
6 personenbus

Slide 12 - Slide

Opdracht 4
1 openingsshow
2 betonsteen
3 bakkerszaak
4 verkeerscentrale
5 eetkamerstoel
6 geluidssignaal

Slide 13 - Slide

Opdracht 5 
1 tentenkamp
2 voorjaarsstorm
3 maneschijn
4 blauweregen
5 gitaarsolo
6 plantenkas

Slide 14 - Slide

Opdracht 6
1 In het voetbalstadion zijn tribuneplaatsen gereserveerd voor de leden van de supportersvereniging.

2 In de lerarenkamer van de kappersschool zeggen ze dat groen een modekleur wordt voor je haar.

Slide 15 - Slide

Lesson up 43
* Herhaling samenstellingen vorige les 
* Koppelteken en trema 
* Zelfstandig oefenen 

Slide 16 - Slide

4 opties
  • Optie 1) (basisregel!) samenstellingen schrijf je aan elkaar, je plakt de woorden aan elkaar vast  (stoelpoot /tafellaken)
  • Optie 2)  je krijgt een tussen -s
  • Optie 3) je krijgt een tussen -e
  • Optie 4) je krijgt een tussen -n 

Slide 17 - Slide

Optie 2) je krijgt een tussen -s
* als je die hoort!
 jongen+broek = jongensbroek 
(lievelingskleur / beroepsvoetballer)
* stad + plein = stadsplein (want ook stadspark, stadsmens etc)
* TIP: bij twijfel omdat je al een 's' hoort: verander het woord.
varkensstal want varkensvlees

Slide 18 - Slide

Optie 3) je krijgt een tussen -e
Let op: it is een moeilijke! o.a.
*Heeft het meervoud een -s dan een -e: garages dus garagebedrijf
* Heeft het meervoud -en EN -es dan -e: groenten of groentes dus groentesoep / lades of laden dus ladeblok
*Het eerste deel verwijst naar een persoon of zaak die enig is in zijn soort: zonneschijn, maneschijn
*bij versterkende betekenis: beresterk/ apetrots 

Slide 19 - Slide

Optie 4) je krijgt een tussen -n 
*Als het eerste woord van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud op -en:  
roos + geur = rozengeur
kip + hok = kippenhok
krent + bol = krentenbol
tomaat + soep = tomatensoep 

Slide 20 - Slide

Maar wat nou als de uitspraak in de problemen komt ? 

Slide 21 - Slide

Klinkerbotsing 
in samenstellingen lossen we dit op door een koppelteken te gebruiken
familie-uitje
auto-expert
na-apen
maar... knieoperatie en pizzaoven (hier geeft de uitspraak geen probleem)

Slide 22 - Slide

Klinkerbotsing
Bij samenstellingen waarbij de uitspraak in de problemen komt gebruik je dus een koppelteken.
Maar hoe lossen we het op bij woorden die geen samenstelling zijn?


Slide 23 - Slide

Bij geen samenstelling gebruiken we dan een trema:

Poëzie
Zeeën
Geëxperimenteerd
Beëindigen 
maar: beangstigen (uitspraak geen probleem... vindt men..)

Slide 24 - Slide

Samenstelling of niet? 
Bedoeling  /  Beëindigen / Doelen / Doelgroep / Doelloos /  Navertellen 
Schietschijf / Voetbaldoel 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Oefenen 
Opdracht 2 + 3  (blz 171) 
5 a 10 minuten (we kijken meteen na!) 

Slide 27 - Slide

Goede antwoorden opdracht 2 
1 chocolade-industrie
2 miniorkest
3 ski-ervaring
4 reclameactie
5 karate-expert
6 camera-angst
7 menu-idee
8 accuoplader
9 wiskundeopdracht
10 foto-update
11 keuze-uur
12 auto-ontwerp

Slide 28 - Slide

Goede antwoorden opdracht 3
1 Iraniër
2 siësta
3 stadion
4 geïnstalleerd
5 beïnvloeding
6 beargumenteren
7 yogaën
8 reünie
9 coördinator
10 smeuïg
11 geordend
12 geëpileerd

Slide 29 - Slide

Alle regels van het koppelteken!

Slide 30 - Slide

Alle regels van de trema! 

Slide 31 - Slide

Oefenen voor de toets!

Slide 32 - Slide