Spaans LS2 week 5

Week 5
- Je weet of je de stof van hoofdstuk 1 beheerst
- Je kunt zeggen wat je leuk vindt
- Je kunt iemand voorstellen en 
   vragen hoe het gaat.
- Je weet het verschil tussen het 
   gebruik vanof usted.
- Je kunt spellen

1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 5
- Je weet of je de stof van hoofdstuk 1 beheerst
- Je kunt zeggen wat je leuk vindt
- Je kunt iemand voorstellen en 
   vragen hoe het gaat.
- Je weet het verschil tussen het 
   gebruik vanof usted.
- Je kunt spellen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ik ben ... / Ik heet ...
Ik woon in... 
Ik ben Nederlands / ....
Ik spreek Nederlands, Engels en Spaans.
Ik studeer voor Logistiek Supervisor op het STC. 
Ik werk bij ...
Ik werk als...
Soy ... / Me llamo ...
Vivo en ...
Soy holandés / holandesa / ....
Hablo holandés, inglés y español.
Estudio para Supervisor Logístico en STC.
Trabajo en...
Trabajo como...

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

gustar

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Me gusta               el fútbol
                                   la pizza
                                   bailar

Me gustan            las vacaciones
                                  los viajes  
gustar

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Meta Profesional Hoofdstuk 1
Test (WB pag 16)

Meta Profesional Hoofdstuk 2
Opdracht 2-4a (TB pag 20-21)
Opdracht 1-5
Leer de bijbehorende woordjes!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

MP TB pag 21 tarea 3a
beluister de fragmenten
Wanneer spreken ze van en wanneer van usted?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

MP TB pag 21 tarea 4a

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Lenguas
Een taal is hetzelfde als de mannelijke vorm van de nationaliteit.
Nederlands > holandés
Duits > alemán

Let op! Talen zonder hoofdletter!


Zie ook TB pag 184

Slide 9 - Slide

kleine letters
soms m/v soms dezelfde vorm



ik
jij
hij
zij
u
wij
jullie
zij
u



yo
él
ella
usted
nosotros, nosotras
vosotros, vosotras
ellos, ellas
ustedes
Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Ser / ser de
persoonlijk voornaamwoord (ik, jij, etc) alleen bij nadruk
Yo soy Alba, ella es Lidia. (ík ben Alba, zij is Lidia)

In Latijns-Amerika gebruikt men ustedes i.p.v.  vosotros
Ook gebruikt men vaker usted dan 

Let op:
bij nosotras, vosotras, ellas = groep met alleen vrouwen
Vanaf 1 man wordt de hele groep mannelijk

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ser 
ik
yo
soy
jij
eres
hij / zij / u
él / ella / usted
es
wij
nosotros
somos
jullie
vosotros
sois
zij / u (mv)
ellos / ustedes
son

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Ser / ser de
ser         = zijn
ser de   = komen uit

Soy Alba, soy de Valladolid.
Ella es Lidia, es de Madrid.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

Ser = zijn
Ser de = komen uit

Soy Josefina
Soy de Málaga
zinnen ontkennend maken
no = niet

ontkenning (no) direct voor het vervoegde werkwoord
No soy Lidia.
Ella no es Alba.

Let op! No betekent ook "nee"
No, no soy Lidia, soy Alba. (Nee, ik ben niet Lidia, ik ben Alba)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Het regelmatig werkwoord
HABLAR   > HABL-



yo
habl
o
habl
as
él, ella, usted
habl
a
nosotros
habl
amos
vosotros
habl
áis
ellos, ustedes
habl
an

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

woorden eindigend op een klinker (a, e, i, o, u)                + s
woorden eindigend op een medeklinker                           es

el chico                     los chicos
la casa                       las casas
el hotel                      los hoteles
la ciudad                  las ciudades
Het lidwoord

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Video

Nogmaals de uitleg over de uitspraak van de letters in het Spaans

Slide 21 - Video

Nogmaals de uitleg over de lidwoorden en het meervoud in het Spaans