Les 2 dinsdag 3 september

Les 2 dinsdag 3 september
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 2 dinsdag 3 september

Slide 1 - Slide

Standaard lesopbouw
Hoe zien mijn lessen er standaard uit?
  • 10 min: Lezen
  • 10 min: Korte kennischeck over de vorige les.
  • 10 min: Tijd om gemaakte oefeningen na te kijken of eventueel bespreken van huiswerk.
  • 20-40 min: Uitleg door middel van LessonUp.
  • 15-35 min: Tijd om oefeningen te maken.
  • 5 min: Checken welke leerdoelen je behaalt hebt + afsluiting.

Soms maken we voorbereidingen  voor een toets.

Slide 2 - Slide

Programma
- Fictiedossier
10 min
- Lezen
10 min
-Methode Nieuw Nederlands en leerdoelen
5 min
- Herhaling leerjaar 2
20 min
-Oefenen
30 min
-Afsluiting
5 min

Slide 3 - Slide

Regels
  • Standaard schoolregels gelden (geen mobieltjes, niet naar de WC, etc.)
  • Tijdens mijn lessen wordt de webfiltering aangezet op de laptops, alleen de volgende websites mogen open staan: Magister, LessonUp en Google Forms.
  • Alle informatie is terug te vinden in de studiewijzer in Magister. Alle lessen zijn terug te vinden in LessonUp.
  • Zorg ervoor dat je jouw leesboek, lesboek en schrift meeneemt naar elke les. 

Slide 4 - Slide

Fictiedossier
Periode 1 starten we met een zelf gekozen boek! 
Jouw leesboek moet aan een aantal eisen voldoen:
1) Boek op papier
2) Het moet fictie zijn
3) Leeftijdscategorie vanaf 14/15 jaar
4) Nederlandstalig (vertaald uit een andere taal mag)
5) Lees een boek dat je nog niet kent


Slide 5 - Slide

Fictiedossier
Periode 1 starten we met een zelf gekozen boek! 
Jouw leesboek moet aan een aantal eisen voldoen:
1) Boek op papier
2) Het moet fictie zijn
3) Leeftijdscategorie vanaf 14/15 jaar
4) Nederlandstalig (vertaald uit een andere taal mag)
5) Lees een boek dat je nog niet kent


Slide 6 - Slide

Fictiedossier
In Classoom maak ik een lijst aan, hier graag jouw titel boek in noteren!


Slide 7 - Slide

Stillezen 
Je pakt je leesboek en gaat 10 minuten stillezen.




Slide 8 - Slide

Nieuw Nederlands

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet wat tekstverbanden zijn. 
  • Je kunt signaalwoorden herkennen. 
  • Je weet hoe je meningen, argumenten en conclusies kunt herkennen in de tekst.
  • Je weet hoe je tekstdoelen, de bedoeling van de schrijver en het publiek van een tekst kunt herkennen.
  • Je weet hoe je tekstverbanden kunt herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Slide 10 - Slide

Welke tekstverbanden kunnen jullie nu bedenken?

Slide 11 - Mind map

Signaalwoorden van vergelijking
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van reden
net zo als
maar
daarom
want
in vergelijking met
toch

Slide 12 - Drag question

Lezen
Een tekstverband is een verband tussen alinea's, zinnen en woorden. Je herkent ze aan de signaalwoorden. 
1. Tegenstellend tekstverband
2. Chronologisch tekstverband
3. Opsommend tekstverband
4. Toelichtend tekstverband (voorbeeld)

Slide 13 - Slide

Signaalwoorden zijn ...
Wat zijn signaalwoorden? Kun je er ook een paar noemen?

Slide 14 - Mind map

Wat is een mening?

Wat is een mening?
A
Iets wat gewoon zo is
B
Iets wat ik vind, daar kan iemand anders het mee oneens zijn
C
Iets wat ik vind en daar moet iemand anders het mee eens zijn
D
Een feit

Slide 15 - Quiz

Is het een feit of een mening?

Kies de zin die een MENING bevat.
A
In Twente was veel textielindustrie.
B
In Twente maakte men vroeger meer textiel dan tegenwoordig.
C
Het is gemeen dat arbeiders werden uitgebuit.
D
Met machines kon men sneller en meer produceren.

Slide 16 - Quiz

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Ik was in Italië
Ik was niet in Texas Steakhouse
Ik ben vegetariër

Slide 17 - Drag question

Wat is een conclusie?
A
Een nieuwe vraag stellen.
B
Een eindoordeel trekken uit informatie.
C
Een samenvatting van de tekst maken.
D
Een mening geven over een onderwerp.

Slide 18 - Quiz

Mening, argument en conclusie
Een mening of standpunt is een uitspraak over wat iemand vindt van iets of hoe iemand ergens over denkt. 

Als je uitlegt waaróm je een bepaalde mening hebt of als je een mening wilt verdedigen, gebruik je een argument.

Conclusie is kort jouw mening en argumenten in andere woorden herhalen. 

Slide 19 - Slide

tekstverband opsomming
tekstverband conclusie
tekstverband tegenstelling
tekstverband voorbeeld
dus
en
toch
zoals
maar
tenslotte
echter
ook
kortom
bijvoorbeeld

Slide 20 - Drag question

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandig naamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 21 - Quiz

Oefeningen
Methode Nieuw Nederlands

Paragraaf 2 maken




Slide 22 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet hoe je meningen, argumenten en conclusies kunt herkennen in de tekst.
Je weet hoe je tekstverbanden kunt herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Je kunt signaalwoorden herkennen. 
Je weet wat tekstverbanden zijn. 
Je weet hoe je tekstdoelen, de bedoeling van de schrijver en het publiek van een tekst kunt herkennen.

Slide 23 - Drag question