Herhaling 10.1 t/m 10.3

1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vooraf
  • Formules korter maken
  • Formules vereenvoudigen
  • Werken met formules

Slide 2 - Slide

10.1 Korter maken
Woordformule
Aantal attracties x 7 + 4 = kosten

Letterformule
a x 7 + 4 = k


Slide 3 - Slide

Nog korter
Soms komen er ook formules met de letter x en het keerteken x.
Om verwarring te voorkomen laten we het keerteken x weg.

Hij is wel aanwezig, maar we noteren hem niet! 

Slide 4 - Slide

Maak de volgende formules korter.
bedrag=aantal uur x 40+50

Slide 5 - Open question

10.2 Formules vereenvoudigen
Je hebt termen en variabelen in een formule

Termen zijn een deel van een optelling
of een aftrekking.

Variabelen zijn letters in een formule. 
De waarde kan veranderen vandaar variabel. 

Slide 6 - Slide

Gelijksoortige termen
Dit zijn termen die dezelfde variabelen bevatten. 
Losse getallen zijn ook gelijksoortige termen.

Slide 7 - Slide

Schrijf de volgende formule korter.
r = 2p + 3 - 5p - 10 + p

Slide 8 - Open question

10.3 Werken met formules
Formules zijn beschrijvingen van berekeningen.
Ze werken als een soort machine.
Je stopt er een getal in en door te rekenen krijg je er een getal uit. 

Slide 9 - Slide

Gegeven is de formule:
5n+2=a
n: nummer ; a: aantal blokjes
Bereken a als n=3
A
53+2=55
B
5+2=7x3=21
C
5x3+2=17
D
5x3+2=5x5=26

Slide 10 - Quiz

Nog korter
We hebben gezien dat de letter x en het keerteken x verwarrend kan zijn. 
Zo ook in deze situatie.
y = 3 + 4 x ( x + 2)
Het keerteken laten we ook hier weg. Het wordt ...
y = 3 + 4 (x + 2)

Slide 11 - Slide

y = 3 + 4 (x + 2)
Bereken y als x = 1.
Laat je berekening zien.

Slide 12 - Open question

Leg kort uit wat een vergelijking is.

Slide 13 - Open question

Voor een open dag worden de ramen gewassen.
Voor een open dag, worden de ramen gewassen van de school.
Ieder raam is €2,00 op schoon te maken en de voorrijkosten zijn €120.

Nu heeft de school een rekening van €260 gekregen

Bereken hoeveel ramen er zijn gewassen.

Slide 14 - Slide

€2 per raam en €120 voorrijkosten. de rekening is €260. schrijf je berekening in je schrift en maak er een foto van

Slide 15 - Open question

Vergelijkingen oplossen doen we vanaf 10.5 met de bordjes methode!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Los de volgende vergelijking op. Sleep de stappen in de juiste volgorde 
1
2
3
4
k = 19
2k = 38
2k + 8 = 46
.... + 8 = 46

Slide 18 - Drag question

Aanpak
  1. Vereenvoudig de formule
  2. Leg het bordje over de variabele
  3. Reken uit wat er op het bordje moet staan
  4. Bereken de oplossing

Slide 19 - Slide

Maak nu opgave 35 uit het boek!
Zorg ervoor dat je altijd vier stappen in je schrift zet.
Soms kan je een stap overslaan.

Slide 20 - Slide

Zs
Ga verder na opgave 35 ---> met het huiswerk:
opgave 28 tot en met 30
en
36 tot en met 38

Slide 21 - Slide