10.4 Vergelijkingen & 10.5 bordjes leggen

1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesopbouw
  • Uitleg werkpad laatste periode
  • De afgelopen lessen
  • Uitleg 10.4 en 10.5
  • Workshop
  • Communicatie  

Slide 2 - Slide

De vorige lessen
  • Formules korter maken
  • Formules vereenvoudigen
  • Werken met formules
  • Vergelijkingen.       <-- 

Slide 3 - Slide

Maak de volgende formule zo kort mogelijk.
bedrag= aantal uur x 40+50

Slide 4 - Open question

Schrijf de volgende formule korter.
r = 2p + 3 - 5p - 10 + p

Slide 5 - Open question

Gegeven is de formule:
5n+2=a
n = nummer ; a = aantal blokjes
Bereken a als n=3
A
53+2=55
B
5+2=7x3=21
C
5x3+2=17
D
5x3+2=5x5=26

Slide 6 - Quiz

Onderzoek
  • Onderzoek wat een "vergelijking" is bij wiskunde
  • Bronnen: alles toegestaan (ook lesboek 10.4 en 10.5)
  • Met wie? : Alleen of in duo's
  • Tijd: 5 minuten 

Slide 7 - Slide

Leg kort uit wat een vergelijking is.

Slide 8 - Open question

Voor een open dag worden de ramen gewassen.
Voor een open dag, worden de ramen gewassen van de school.
Ieder raam kost  €2 om schoon te maken en de voorrijkosten van de glazenwasser zijn €120.

Nu heeft de school een rekening van €260 gekregen

Bereken hoeveel ramen er zijn gewassen.

Slide 9 - Slide

€2 per raam en €120 voorrijkosten. De rekening is €260. Schrijf je berekening in je schrift en maak er een foto van

Slide 10 - Open question

Vergelijkingen oplossen doen we vanaf 10.5 met de bordjes methode!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Aanpak
  1. Vereenvoudig de formule
  2. Leg het bordje over de variabele
  3. Reken uit wat er op het bordje moet staan
  4. Bereken de oplossing

Slide 13 - Slide

Los de volgende vergelijking op. Sleep de stappen in de juiste volgorde 
1
2
3
4
k = 19
2k = 38
2k + 8 = 46
.... + 8 = 46

Slide 14 - Drag question

Maak nu opgave 35 uit het boek!
Zorg ervoor dat je altijd vier stappen in je schrift zet.
Soms kan je een stap overslaan.

Ik loop langs bij elke leerling.

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Maak nu: 10.4 en 10.5

Kies een leerroute

Slide 16 - Slide