gedrag

basisstof 5.5
Gedrag
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

basisstof 5.5
Gedrag

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Adequate prikkels 

Slide 3 - Slide

inwendige prikkel
uitwendige prikkel

Slide 4 - Slide

Prikkel > respons
Je kunt je omgeving waarnemen = prikkels
Je kunt hierop reageren = respons

Slide 5 - Slide

leerdoelen

 Je kunt uitleggen wat gedrag is.
 Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
 Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.

Slide 6 - Slide

Wanneer reageer je?
  • Drempelwaarde (wel of niet reageren) 

  • Motivatie (bereidheid)

Slide 7 - Slide

aangeboren of aangeleerd?

Aangeboren gedrag wordt via genen van ouders op kind doorgegeven. Dit gedrag levert een grotere overlevingskans voor dit individu op bij interne en externe prikkels.


Door leerprocessen wordt dit aangeboren gedrag aangepast aan veranderende omstandigheden.

Slide 8 - Slide

rode snavelvlek
stimuleert braakneigingen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

invloed motivatie op gedrag

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

gedragsketen

Slide 14 - Slide

observatie/interpretatie

Observatie: Je ziet dat iemand zijn hand op steekt. 

Interpretatie: Wat zou dat kunnen betekenen?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Normen en waarden
Mensen denken na over hun gedrag.
Niet alle dieren doen dat.

Mensen vinden afwijkend gedrag niet fijn. Om dat te voorkomen zijn er normen en waarden. 
Normen: gedragsregels
Waarden: eerlijkheid, respect, vrijheid, rechtvaardigheid.

Slide 17 - Slide

Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens of dier doet
B
lopen, iets pakken, lachen
C
spieren die werken
D
planten die water opnemen

Slide 18 - Quiz

Een prikkel die leidt tot een reactie heet:
A
Gedrag
B
Handeling
C
Prikkel
D
Signaal

Slide 19 - Quiz

Gedrag bij mensen kan

1. zijn aangeleerd
2. worden bepaald door erfelijke factoren
A
1 . Waar 2. Niet waar
B
1 . Niet waar 2. Waar
C
Beide niet waar
D
Beide waar

Slide 20 - Quiz

Wat is inprenting
A
leren door straffen en belonen
B
leren in een gevoelige periode
C
leren van soortgenoten
D
leren door trial and error

Slide 21 - Quiz

door gewenning (meerdere antwoorden mogelijk)
A
ga je minder reageren op prikkels
B
leer je door fouten te maken
C
leer je in een gevoelige periode
D
schrik je niet meer van je docent

Slide 22 - Quiz

proefondervindelijk leren heet ook wel
A
gewenning
B
imitatie
C
trial and error

Slide 23 - Quiz

Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht. Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open.

Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?
A
honger
B
het bewegen van het nest
C
het ruiken van de worm
D
het zien van de ouder

Slide 24 - Quiz

Wat is een voorbeeld van gedrag?
A
Honger hebben
B
Denken aan eten
C
Een rommelende maag
D
Een boterham smeren

Slide 25 - Quiz

Hoofdpijn omdat je niet genoeg water hebt gedronken is een ...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 26 - Quiz

Maak de gedragsketen van het stekelbaarsje
Handeling 1

Handeling 2
Handeling 3
Handeling 4
Handeling 5
Zigzagdans
Op de zij voor de ingang van het nest liggen
Tegen de zij van het vrouwtje sidderen
Het nest binnengaan
Eieren bevruchten

Slide 27 - Drag question

Inprenting
gewenning
proefondervinderlijk leren
inzicht
imitatie
conditioneren
leren in een gevoelige periode
oplossingen combineren
nadoen
trial and error
niet meer reageren
gedrag verandering

Slide 28 - Drag question

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video