herhalen hoofdstuk 1 Wat heb je nodig?

Herhaalles hoofdstuk 1 wat heb ik nodig?
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaalles hoofdstuk 1 wat heb ik nodig?

Slide 1 - Slide

wat gaan we doen vandaag?
herhalen van hoofdstuk 1
voorbereiden so hoofdstuk 1 (telt 1 keer mee)
volgende week proefwerk hoofdstuk 1 (telt 2 keer mee)

Slide 2 - Slide

behoefte
iets wat je graag wil hebben of iets wat je nodig hebt

Slide 3 - Slide

Welke 2 soorten behoeften zijn er?

Slide 4 - Open question

wat is geen basis behoefte?
A
woning
B
kleding
C
mobiele telefoon
D
broodje kaas

Slide 5 - Quiz

voorzien in behoefte
goederen = tastbaar
diensten = niet tastbaar

Slide 6 - Slide

wat is het verschil tussen goederen en diensten?

Slide 7 - Open question

een knipbeurt bij de kapper is een
A
goederen
B
dienst

Slide 8 - Quiz

een broodje kopen bij de bakker is een
A
goederen
B
dienst

Slide 9 - Quiz

Een reis met de bus is een
A
goederen
B
dienst

Slide 10 - Quiz

consumeren
het kopen van goederen of diensten om in je behoefte te voorzien
LET OP: als je iets koopt dan ben je consument

Slide 11 - Slide

zelfvoorziening
 Zelf iets maken zoals bijvoorbeeld kleding i.p.v. in de kledingzaak kleding kopen. Dit doe je om bijvoorbeeld geld te besparen

Slide 12 - Slide

Je bouwt je eigen huis, is dit consumeren?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Je eigen spelcomputer bouwen en in elkaar zetten, is dit een vorm van zelfvoorziening?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Een big mac menu kopen bij de Mc Donalds is een vorm van consumeren?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

in de vorige vraag is de consument Mc Donalds?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

budget
Is het geld waarover je beschikt om in je behoeften te voorzien

Slide 17 - Slide

beinvloeding van jouw keuzes
sociale beïnvloeding = jouw omgeving
commerciële beïnvloeding = reclame

Slide 18 - Slide

reclame
het doel van reclame is om aandacht te trekken voor een bepaald product.

Slide 19 - Slide

sociale media is een vorm van sociale beïnvloeding
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Jasmijn spaart 10 euro per week . Hoe noem je deze 10 euro?
A
inkomen
B
budget

Slide 21 - Quiz

consumentenorganisatie
een onafhankelijke organisatie die betrouwbare informatie verzameld voor consumenten. bijvoorbeeld; anwb, roover, consumentenbond

Slide 22 - Slide

vergelijkend warenonderzoek
het testen van verschillende merken van een product op prijs, kwaliteit

Slide 23 - Slide

deugdelijk product
een product moet bij normaal gebruik een redelijke tijd meegaan. 

Slide 24 - Slide

garantie
de zekerheid dat de winkelier het kapotte product in orde maakt. 

Slide 25 - Slide

geef een voorbeeld van een consumentenorganisatie

Slide 26 - Open question

Twan koopt een nieuwe Iphone, maar deze begint na 2 weken te haperen met het geluid. Wat kan Twan doen?
A
Het is een deugdelijk product, dus niks
B
met de fabriek bellen voor een nieuwe
C
Naar de winkel terug met het garantiebewijs
D
Een nieuwe telefoon kopen van een ander merk

Slide 27 - Quiz

Is een bonnetje een garantiebewijs?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

soorten inkomen
  • Loon (ontvang je van je werk)
  • Winst (als je een eigen bedrijf hebt)
  • Uitkering (ontvang je van de overheid)

Slide 29 - Slide

begroting
een overzicht met alle inkomsten en uitgaven voor een bepaalde periode.

Slide 30 - Slide

soorten uitgaven
  • Vaste lasten (huur, abonnement, contributie)
  • huishoudelijke uitgaven (boodschappen, uitgaan, cadeautjes)
  • incidentele uitgaven (grote uitgaven kleding, vakantie, enz)

Slide 31 - Slide

wat voor uitgaven is het kopen van een mobiele telefoon?
A
vaste lasten
B
huishoudelijke uitgaven
C
incidentele uitgaven

Slide 32 - Quiz

Je gaat je verjaardag vieren en hiervoor moet je inkopen doen bij de Jumbo, hoe heten deze uitgaven?
A
Vaste lasten
B
Huishoudelijke uitgaven
C
Incidentele uitgaven

Slide 33 - Quiz

Laatste vraag: een bedrag opzij zetten heet ook reserveren. Heb je daar ook een ander naam voor?

Slide 34 - Open question

Einde les
Succes met de SO en het proefwerk!

Slide 35 - Slide