Woordenschat schooltaalwoorden 2BK

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1,2

Welkom bij nederlands

Magister

Kan iedereen nu in Magister?

Wie kan Magister niet in de app openen?

Is je telefoon in de kluis?

Zo niet, leg hem dan even op mijn bureau.

Wat gaan we doen?

wat gaan we de komende lessen doen?

Leerdoelen

Schooltaalwoorden

• Ik weet de betekenis van het schooltaalwoord.
• Ik kan het schooltaalwoord in een zin zetten.

 

Schooltaalwoorden

• Woorden die je op school gebruikt noem je schooltaalwoorden.
• Schooltaalwoorden kom je bij alle vakken tegen
• Voorbeelden van schooltaalwoorden zijn: mentor, tussenuur, mentorles

Schooltaalwoorden

Je krijgt straks 10 schooltaalwoorden te zien.

Lees de woorden goed.

Schrijf 1 woord wat je niet kent

en 

Schrijf 1 woord wat je wel kent.

10 Schooltaalwoorden

begrippen	inzicht	onderscheiden
deelnemen aan	aantonen	overzichtelijk
te kort aan	in grote lijnen	gaat ten koste van
	zijn op de hoogte van

Welk schooltaalwoord ken je niet?

Welk schooltaalwoord ken je wel?

10 Schooltaalwoorden

begrippen	inzicht	onderscheiden
deelnemen aan	aantonen	overzichtelijk
te kort aan	in grote lijnen	gaat ten koste van
	zijn op de hoogte van

10 betekenissen

duidelijk en netjes	het weten hoe iets in elkaar zit	bewijzen
meedoen met	het verschil zien	woorden
de belangrijkste dingen	is een nadeel voor	te weinig van
	weten

Zoek de juiste combinaties

Je krijgt zo meteen een zin te zien met een schooltaalwoord daarin. 
Kijk goed op je blad met betekenissen en vul het juiste in.

Welke betekenis past bij het schooltaalwoord in de tekst?

Achter in het aardrijkskundeboek staat een lijst met begrippen die je moet leren voor het proefwerk.

Welke betekenis past bij het schooltaalwoord in de tekst?

Voor wiskunde heb je inzicht nodig. Je kunt de sommen niet leren, je moet ze begrijpen.

Welke betekenis past bij het schooltaalwoord in de tekst?

Kun jij een echte iPhone van een namaak onderscheiden?

Welke betekenis past bij het schooltaalwoord in de tekst?

Bram gaat deelnemen aan een zangwedstrijd. We hopen allemaal dat hij wint.

Welke betekenis past bij het schooltaalwoord in de tekst?

Als je alcohol wilt kopen, moet je met je ID-kaart aantonen dat je achttien jaar bent.

Welke betekenis past bij het schooltaalwoord in de tekst?

Is jouw locker overzichtelijk of ligt alles door elkaar?

Welke betekenis past bij het schooltaalwoord in de tekst?

Voor het boekverslag vertel je de inhoud van het boek in grote lijnen na.

Welke betekenis past bij het schooltaalwoord in de tekst?

Sam stopt met werken, want het gaat ten koste van zijn cijfers.

Welke betekenis past bij het schooltaalwoord in de tekst?

Ben je snel moe en zie je witjes? Dan heb je misschien een tekort aan ijzer.

Welke betekenis past bij het schooltaalwoord in de tekst?

De kinderen zijn op de hoogte van de verhuizing. Hun ouders hebben het gisteravond verteld.

Woord	Betekenis	Woord	Betekenis
begrippen	woorden	in grote lijnen	de belangrijkste dingen
deelnemen aan	meedoen met	zijn op de hoogte van	weten
te kort aan	te weinig van	onderscheiden	het verschil zien
inzicht	het weten hoe iets in elkaar zit	gaat ten koste van	is een nadeel voor
aantonen	bewijzen	overzichtelijk	duidelijk en netjes

Schooltaalwoorden en de betekenis

Gebruik de 10 schooltaalwoorden nu ook goed in een zin.

Kies het woord dat in de tekst past.

Vorig jaar heb je geleerd wat de ___________  ‘werkwoordelijk gezegde en onderwerp’ betekenen.

Kies het woord dat in de tekst past.

De tweelingzussen lijken heel erg op elkaar.
Je kunt ze bijna niet _________________

Kies het woord dat in de tekst past.

De plattegrond op het station is
heel __________________  .
Je kunt precies zien waar je bent.

Kies het woord dat in de tekst past.

Op de open dag kun je ________________ een praktijkles in de keuken. 

Kies het woord dat in de tekst past.

Hoe kun je __________ dat deze fiets echt van jou is?

Kies het woord dat in de tekst past.

Toon is een goede voetballer. Hij heeft een goede techniek en hij heeft veel ____________  in het spel.

Kies het woord dat in de tekst past.

Je gaat veel te laat naar bed, dat hou je niet lang vol. Dat  _______________________ je gezondheid.

Kies het woord dat in de tekst past.

Er is een ___________  goede metselaars. Je moet lang wachten voordat je iemand vindt die tijd heeft.

Kies het woord dat in de tekst past.

De mentor vraagt of iedereen alle informatie heeft gekregen en of ze _______________ de studiedag volgende week.

Pak je leesboek

Nu zelf oefenen....

Ga naar Magister, leermiddelen en ga naar Station.

Maak opdracht 1 t/m 5 van Woordenschat 2

Maar let op: 

Je start nu met Goed bij de les!

Huiswerk/zelfstandig maken

Maak opdracht 1 t/m 5 van Woordenschat 2

Maar let op:

Je start nu met Goed bij de les!

Veel plezier vandaag en tot volgende keer!

Tot de volgende keer!