Spelling Lot

Spelling
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

Doel
ik weet hoe ik de persoonsvorm kan vinden
ik weet hoe ik de persoonsvorm schrijf
ik weet hoe ik het voltooid deelwoord moet vinden
ik weet hoe ik het voltooid deelwoord moet schrijven
(Kern 62)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is de persoonsvorm?
" Ik zal dat nooit meer doen!"
A
ik
B
zal
C
dat
D
doen

Slide 11 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord?
"Gister zijn mijn aardappels aangebrand"
A
gister
B
zijn
C
mijn aardappels
D
aangebrand

Slide 12 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord?
"Wij hebben de opdracht voltooid"
A
wij
B
hebben
C
de opdracht
D
voltooid

Slide 13 - Quiz

Wat is de stam van het werkwoord:
'knutselen' ?
A
knutsel
B
knutselt
C
knutselen
D
knutselde

Slide 14 - Quiz

Kies de juiste spelling in de verleden tijd:
"Ik ..... op zaterdag vaak met mijn vriend."
A
vis
B
visde
C
viste
D
vistte

Slide 15 - Quiz

Kies de juiste spelling in de verleden tijd:
"De dj .... erg goed op het feestje".
A
draaite
B
draaide
C
draaiten
D
draaiden

Slide 16 - Quiz

Spelling

Slide 17 - Slide

Doel


Ik weet hoe ik afkortingen moet schrijven

(kern 69)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Waar staat de afkorting d.m.v. voor?
A
denk maar voort
B
door middel van
C
duw minder ver
D
dit mag vervolgens

Slide 20 - Quiz

Wat betekent KLM
A
Kom Later Misschien
B
Kijk Lieve Meisjes
C
Koninklijke Lijfwacht Maxima
D
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij

Slide 21 - Quiz

Wat is juiste afkorting:
van links naar rechts
A
v.l.n.r.
B
V.l.n.r.
C
vlnr
D
V.L.N.R.

Slide 22 - Quiz

Wat is de juiste afkorting van Wereld Natuur Fonds ?
A
wnf
B
WNF
C
w.n.f.
D
W.N.F.

Slide 23 - Quiz

Wat is de juiste afkorting van diskjockey
A
d.j.
B
D.J.
C
dj
D
DJ

Slide 24 - Quiz

Getallen schrijf je soms in letters en soms in cijfers.

Slide 25 - Slide

Doel


Ik weet wanneer ik getallen voluit of in cijfers moet schrijven

(kern 61)

Slide 26 - Slide

Samengevat:
Je schrijft getallen in letters voor: 
- getallen tot twintig: twee, negen, zeventien, achtste, de negentiende eeuw;
- tientallen tot honderd: twintig, vijftig, tachtigste;
- honderdtallen tot duizend: driehonderd, negenhonderd;
- de woorden miljoen, miljard, biljoen, enz. en: vier miljoen, zeven miljardste.

Slide 27 - Slide

Samengevat:
Je schrijft getallen in cijfers voor: 
      - getallen boven de twintig
      - maten                                       -  bedragen
      - gewichten                              -  telefoonnummers
      - data                                           -  percentages
      - exacte tijdstippen



Slide 28 - Slide


Om ...................... had ik een afspraak
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur
D
veertien uur

Slide 29 - Quiz

Hoewel ik om 14:00 uur een afspraak had, moest ik .............. wachten op de orthodontist.
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur

Slide 30 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?

Julia koopt ......... tijdschriften per week.
A
zes
B
6

Slide 31 - Quiz

Dus...:

Otto speelde met .......... vrienden een potje Fortnite.
A
21
B
een en twintig
C
éénentwintig
D
eenentwintig

Slide 32 - Quiz

Dus:

De minister wilde ......... miljoen bezuinigen.
A
6-tig
B
zestig
C
60

Slide 33 - Quiz

Dus:

De staatsgreep vond plaats op ..........
A
vijftien mei negentieneenenzestig
B
15-5-1961
C
15 mei negentieneenenzestig
D
15 mei 1961

Slide 34 - Quiz