Werk en werkloosheid herhaling H1,2,3

Herhalingsles W&W H1, H2, H3
en een beetje H1 en H2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhalingsles W&W H1, H2, H3
en een beetje H1 en H2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bereken het aanbod van arbeid
(= beroepsbevolking)

Slide 2 - Open question

7.500.000 + 1.500.000 + 310.000 = 9.310.000 personen

Beroepsbevolking = werkenden + werklozen

Bron: LWEO, Vragers en Aanbieders, 1e druk, vraag 4.2b
Totale bevolking: 7.215.000
Mensen < 15 en > 75: 2.109.000
Beroepsbevolking: 3.507.900
Werkzame beroepsbevolking: 2.560.000
--> Wat is de bruto participatiegraad?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Werkgelegenheid in personen is 2,5 miljoen
Werkgelegenheid in arbeidsjaren is 2 miljoen

Bereken de P/A ratio

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Welke gevolgen heeft de vergrijzing voor de i/a-ratio?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Leg uit hoe een verbetering van de scholingsgraad van de beroepsbevolking van een land de concurrentiepositie van dat land verbetert.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Over een bepaald jaar zijn de volgende gegevens bekend:
Inflatie 1,5%; stijging arbeidsproductiviteit 2,0%; stijging van de cao-lonen 3,8%
Bereken de reële loonstijging in procenten.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Als de inflatie 4,1% is, en de arbeidsproductiviteit is met 2,4% is gestegen.
Wat is dan de loonruimte?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Zowel de prijzen als de lonen stijgen met 3,2%. De arbeidsproductiviteit stijgt met 1%. Waar is GEEN sprake van:
A
prijscompensatie
B
loonmatiging
C
reële loonstijging
D
gelijkblijvende koopkracht

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Geef de definitie van het begrip 'arbeidsproductiviteit'

Slide 10 - Open question

This item has no instructions


Vorig jaar verdiende je in totaal € 1.680 met je bijbaan. Dit jaar steeg je inkomen naar € 1735,44. De inflatie is 0,9%. Bereken hoeveel procent je reële loonstijging is.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen nominaal en reëel inkomen?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

In toenemende mate is er op de arbeidsmarkt sprake van flexibele arbeidscontracten.
Noem twee voordelen voor de werkgever van het werken met flexibele arbeidscontracten.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Hoe beïnvloeden lonen en prijzen elkaar? Gebruik de begrippen ‘prijscompensatie’ en ‘loon-prijsspiraal’ in je antwoord.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions