3MT1D 3MT2D Taalverzorging: 2.2 Persoonsvorm in de verleden tijd 5 maart

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Taalverzorging 2.2

Persoonsvorm in 

de verleden tijd

• Weekplanning
• Doel van de les
• Wat weet je al?
• Theorie
• Klassikale inoefening
• Aan de slag: Zelfstandig opdrachten maken
• Heb je je doel behaald? Wat heb je nog nodig en wat kun je er zelf aan doen?

Programma vandaag:

Je spelt de persoonsvorm in de verleden tijd correct

Doel van de les:

Weekplanning:

Zie ook:

Teams >

Nederlands >

Bestanden >

Bestaat er een ezelsbruggetje om de verleden tijd goed te spellen?

Wat weet je nog:

Verleden tijd

Hij (antwoorden) ......... heel snel.

1. antwoorde
2. antwoordde
3. antwoordte
4. antwoordden

Krabben - verleden tijd enkelvoud

1. krabte
2. krabbte
3. krabde
4. krabtde

Wat is de verleden tijd van 

het werkwoord 

verven?

1. ik verfte
2. ik verfde
3. ik vervde
4. ik vervte

Welke zin staat in de juiste vorm in de verleden tijd? (het werkwoord: verhuizen)

1. Elin verhuiste naar Engeland.
2. Elin verhuisde naar Engeland.
3. Elin verhuizde naar Engeland.
4. Elin verhuistte naar Engeland.

Noem 

3 voorbeelden van sterke werkwoorden

Noem 

3 voorbeelden van zwakke werkwoorden

Theorie:

apps.noordhoff.nl

Kies de juiste persoonsvorm van de zwakke werkwoorden in de verleden tijd.

1. De medewerkers van de groenvoorziening kapte / kapten de bomen.
2. In de fabriek pakte / pakten het personeel de goederen in.
3. Het elftal speelde / speelden een fantastische wedstrijd.

Opdracht 1, 2 en 3

Klaar?

Extra opdracht 1 (en 2)

Trainers

Aan de slag

Welk cijfer geef je jezelf voor het correct spellen van de verleden tijd?

110