Les 11: ondernemend gedrag (1e week na carnavalsvakantie)

Keuzedeel: Ondernemend gedrag

"Jezelf blijven ontwikkelen om jezelf te kunnen onderscheiden"
Week 11
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Keuzedeel: Ondernemend gedrag

"Jezelf blijven ontwikkelen om jezelf te kunnen onderscheiden"
Week 11

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen deze week
  • Beoordeling opdracht 1
  • Korte terugblik: waar zijn we nou eigenlijk mee bezig?!
  • Opdracht 2.3 maken (verzamelde feedback op 2.1 verwerken)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1
  • Goed ingediend ter beoordeling voor de vakantie? Dan beoordeling: gehaald of niet-gehaald in ESS
  • Wel compleet, maar nog niet ingediend? Doe dat dan! Als de documenten voor de deadline (12/2) zijn geüpload, dan beoordelen we alsnog
  • Vragen over de beoordeling? Stel ze in de les.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhaling: planning tot einde Q3
Week
Opdracht
7
Opdracht 1 + logboek afronden en inleveren
8
Opdracht 2.1 start
9
Opdracht 2.1 klaar + planning opdracht 2.2 "feedback vragen" voor vakantie
10
Vakantie!
11
Opdracht 2.3: feedback op 2.1 verwerken
12
Opdracht 2 afronden en inleveren
13
Opdracht 3.1 maken
14
Opdracht 3.2 maken (opdracht + visueel)
15
Feedback op opdracht 2 + 3
16
Opdracht 3 + logboek afronden en inleveren (portfolio compleet)
17 + 18
Vakantie!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Inloggen in ESS
  1. Studentenemail-adres
  2. Eigen wachtwoord dat je ingesteld hebt
  3. Lukt het niet om in te loggen? Vraag je docent dan om een inlogcode of resetmail. 

Slide 5 - Slide

Wat is dit en waarom gebruiken we dit?
 (terugblik) Voorwaardelijke opdracht 2: 
"verbetervoorstel"
Je mag deze opdracht uitvoeren voor je werk, maar ook voor school of de (sport)vereniging waar je lid van bent. Bespreek met je begeleider waarover je de opdracht gaat uitvoeren.

In deze opdracht ga je een verbetervoorstel schrijven. Dit moet een verbetering zijn die betrekking heeft op de activiteiten van een groep (een afdeling, team of commissie) of op de activiteiten van het hele bedrijf of de vereniging. Het mag dus niet alleen om je eigen activiteiten gaan.

Je bedenkt wat je wilt verbeteren en waarom en hoe je dat wilt doen. Je werkt het verbetervoorstel uit en gaat anderen proberen te overtuigen van het nut van het verbetervoorstel.

Tijdsduur: week 7 tot 12 (zie planning)






Slide 6 - Slide

This item has no instructions

 (terugblik) Opdracht 2.1: verbetervoorstel
  • Wat zou je op je werk, opleiding of (sport)vereniging willen verbeteren? Of welk probleem zou je willen oplossen?
  • Beschrijf zo precies mogelijk wat er volgens jou moet veranderen:
  • Wat is de aanleiding voor het verbetervoorstel? Onderbouw je voorstel met trends/ontwikkelingen/vakkennis.
  • Wat is het doel dat je met het verbetervoorstel wilt realiseren?
  • Voor wie verandert er iets door je verbetervoorstel? Beschrijf voor alle personen of groepen wat er precies voor hen verandert.
  • Wat levert het verbetervoorstel op als je het invoert? En voor wie?
  • Welke risico’s heeft het voorstel?
  • Zijn er alternatieven? Waarin verschillen ze van je originele voorstel?
  • Kijk nog eens naar je plan van aanpak voor je persoonlijke ontwikkeling. Op welke manier kan het verbetervoorstel dat je hebt beschreven hieraan bijdragen? Welke ondersteuning heb je daar nog bij nodig?






Slide 7 - Slide

This item has no instructions

(terugblik) Opdracht 2.2: feedback vragen
Onderzoek de vóór volgende les wat anderen van je verbetervoorstel vinden. Doe dit als volgt:

  • Bedenk wie er van belang zijn om je voorstel te laten slagen. Bedenk op welke manier je hen het beste zou kunnen overtuigen van het nut van je voorstel. Welke informatie zouden zij willen hebben? Op welke manier kun je die het beste overbrengen?
  • Bespreek het voorstel met deze mensen en probeer hen te overtuigen. Onderzoek of het voorstel volgens hen haalbaar en wenselijk is.
  • Vraag feedback op je voorstel en op de manier waarop je het voorstel besproken hebt. Wat zou je nog kunnen veranderen? Maak aantekeningen van de feedback die je krijgt.








Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2.3: feedback verwerken
Onderzoek de vóór volgende les wat anderen van je verbetervoorstel vinden. Doe dit als volgt:

  • Bedenk wie er van belang zijn om je voorstel te laten slagen. Bedenk op welke manier je hen het beste zou kunnen overtuigen van het nut van je voorstel. Welke informatie zouden zij willen hebben? Op welke manier kun je die het beste overbrengen?
  • Bespreek het voorstel met deze mensen en probeer hen te overtuigen. Onderzoek of het voorstel volgens hen haalbaar en wenselijk is.
  • Vraag feedback op je voorstel en op de manier waarop je het voorstel besproken hebt. Wat zou je nog kunnen veranderen? Maak aantekeningen van de feedback die je krijgt.








Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Logboek bij opdracht 2
Een verplicht onderdeel bij de voorwaardelijke opdrachten is het logboek. Bij elke opdracht lever je een los document in met daarin de volgende vragen ingevuld:


Welke activiteiten heb je bij deze opdracht uitgevoerd?
Welke feedback heb je gekregen en van wie?
Wat heb je met de feedback gedaan?
Wat zou je nog willen verbeteren? Wat wil je dan bereiken? Hoe ga je dat aanpakken?
Welke aandachtspunten neem je mee naar de volgende opdracht? Wat wil je dan bereiken? Hoe ga je dat aanpakken en wat heb je daarvoor nodig?


Onder de knop "formulieren" vind je een voorbeeld van een logboek dat je kunt gebruiken. Je mag ook zelf een ander format kiezen als je dat wilt.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions