1) a1 / b7 / c4 / d2 / e 12 / 6 f / g 10 / h 9
2) evenwichtig, hierarchie, cruciaal, verrijkend, expat, stigmatiserend, wrevel, moker
3) cohesie: onderlinge samenhang / vergrijzing: stijging van de gem. leeftijd / saamhorigheid of samenhorigheid: het bij elkaar horen van mensen / consumptiemaatschappij: samenleving waar vrije tijd overwegend wordt gebruikt om goederen of diensten te verwerven
4) slachtoffer worden van / tegenovergesteld staan / al helpt het niet, kwaad doet het niet / belgeid worden door, samen met iemand