Herken eerst de werkwoordsvorm:
persoonsvorm De ongeduldige leerling wordt geholpen.
voltooid deelwoord Onze tuin is voor het feest prachtig versierd.
onvoltooid deelw Lachend komen de eerste wandelaars over de finish.
bijvoeglijk gebruikt De versierde tuin gaf de jarige een feestelijk gevoel.
infinitief De verstrooide man had de vrouw willen helpen.