Leesvaardigheid 2.3 1k

2.3 Lezen
Leg je spullen op tafel:
Boek
schrift
laptop
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.3 Lezen
Leg je spullen op tafel:
Boek
schrift
laptop

Slide 1 - Slide

Planning
  • Lesdoelen
  • Bespreken spelling opdrachten
  • Herhaling 
  • Maken 2.3: 17 t/m 24
  • Lesdoelen check

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...

- kun je feiten en meningen herkennen en benoemen
- kun je de signaalwoorden herkennen en benoemen


Slide 3 - Slide

Bespreken


2.8 spelling: 8, 9 en 10

Slide 4 - Slide

Stelling

"Schoolkantines moeten alleen gezonde snacks verkopen"


Sta op als je het eens bent!

Slide 5 - Slide

Aantekeningen 2.3 Feit/Mening
Feit

Is echt of is werkelijk gebeurd.

Kun je meestal controleren.
Mening

Is iets wat iemand vindt of denkt.

Verschilt per persoon: iedereen kan een andere mening hebben.
Rij 1: feit
Rij 2: mening
Rij 3: feit

Slide 6 - Slide

Aantekeningen 2.3 Signaalwoorden
In bijna elke tekst staan signaalwoorden. Deze woorden laten het verband zien tussen woorden, zinnen of alinea’s. Dat is bijvoorbeeld zo bij een opsomming.
 
Signaalwoorden bij het tekstverband opsomming:
> als eerste, bovendien, daarnaast, verder, ook, tot slot.

Slide 7 - Slide

Maken 2.3


Opdracht 17 t/m 24



timer
20:00

Slide 8 - Slide

Lesdoelen behaald? 

Slide 9 - Slide

Wat is een feit?
A
Echt gebeurd of echt waar (controle)
B
Wat iemand vindt of denkt

Slide 10 - Quiz

Wat is een mening?
A
Echt gebeurd of echt waar (controle)
B
Wat iemand vindt of denkt

Slide 11 - Quiz

Feit of mening?

25 december is het eerste kerstdag.
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quiz

Feit of mening?

Kerst is leuker dan Sinterklaas.
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quiz

Compliment!

Jullie hebben goed gewerkt, ook hebben jullie de vragen hartstikke goed gemaakt!

Slide 14 - Slide

2.3 Lezen deel 2
Leg je spullen op tafel:
Boek
schrift
laptop

Slide 15 - Slide

Planning
  • Lesdoelen
  • Stelling
  • Maken: opdracht 1 en 2
  • Aantekeningen/ uitleg
  • Maken: 3 t/m 7
  • Lesdoelen check

Slide 16 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...

- kun je feiten en meningen herkennen en benoemen
- kun je de signaalwoorden herkennen en benoemen


Slide 17 - Slide

Herhaling feit en mening

Slide 18 - Slide


Eerste kerstdag valt dit jaar op een maandag.
A
feit
B
mening

Slide 19 - Quiz

Het is koud.
A
feit
B
mening

Slide 20 - Quiz

Mevrouw Hooi heeft
een kersttrui aan.
A
feit
B
mening

Slide 21 - Quiz

In de klas mag je geen
telefoon.
A
feit
B
mening

Slide 22 - Quiz

De kerstman heeft een
mooi pak aan.
A
feit
B
mening

Slide 23 - Quiz

Aantekeningen 2.3 Feit/Mening
Feit

Is echt of is werkelijk gebeurd.

Kun je meestal controleren.
Mening

Is iets wat iemand vindt of denkt.

Verschilt per persoon: iedereen kan een andere mening hebben.
Rij 1: feit
Rij 2: mening
Rij 3: feit

Slide 24 - Slide

Bespreken 2.3


Opdracht 3 t/m 10



timer
5:00

Slide 25 - Slide

Voorbeeld signaalwoord.
Max is dol op sporten. Hij kan goed wielrennen, maar hij kan ook geweldig zwemmen. Bovendien loopt hij regelmatig hard.
Nu jullie:
- Gym
- Nederlands
- Engels
- Wiskunde

Slide 26 - Slide

Maken 2.3

Opdracht 3 t/m 15
timer
15:00
Zelstandig aan het werk

Slide 27 - Slide

Lesdoelen behaald? 

Slide 28 - Slide

Geef je mening over kerst.

Slide 29 - Open question

Geef een feit over kerst.

Slide 30 - Open question

Welk signaalwoord zie in de volgende zin:

De man heeft haast. Daarnaast is hij niet zo snel.

Slide 31 - Open question