This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Toets klas 2
Slide 1 - Slide
Uitleg:
Geef bij ieder werkwoord tussen haakjes aan hoe je het moet schrijven. Noteer alleen de werkwoordsvorm, niet de hele zin.
Voor ieder woord staat t.t. of v.t.
--> t.t. = tegenwoordige tijd
--> v.t. = verleden tijd
--> volt dw = voltooid deelwoord
Slide 2 - Slide
Deze student ( t.t. geven) ouderen computerles.
Slide 3 - Open question
( t.t. Slapen) jij de laatste tijd ook zo slecht?
Slide 4 - Open question
Hoe oud (t.t. worden) je zus volgende week?
Slide 5 - Open question
Wetenschappers ontdekten dat sporters met tatoeages de helft minder (v.t. zweten) doordat de zweetklieren onder de huid permanent waren beschadigd.
Slide 6 - Open question
Heb jij (volt dw. mailen) om je aan te melden voor die auditie of durfde je niet?
Slide 7 - Open question
Nelson Mandela, Aung San Suu Kyi en Gandhi (v.t. overtreden) de wet en werden vervolgd.
Slide 8 - Open question
Mandy (v.t. vullen) het formulier helemaal in.
Slide 9 - Open question
Wat fijn dat jij je mail altijd zo snel (t.t. beantwoorden).
Slide 10 - Open question
De mensen van de gemeente Utrecht ( v.t. testen) de nieuwe tramlijn naar de Uithof.
Slide 11 - Open question
Jij (t.t. ontspannen) te weinig na schooltijd.
Slide 12 - Open question
De avonturier (v.t. wassen) zijn kleding in de rivier.
Slide 13 - Open question
Ik (v.t. zullen) je iets willen vragen, maar ik durf niet zo goed.
Slide 14 - Open question
Waarom (v.t. zijn) jullie te laat in de les?
Slide 15 - Open question
Achter het hacken van de e-mails (v.t. zitten) twee jongens van vijftien jaar.
Slide 16 - Open question
Elsa (v.t. printen) het verslag uit en gaf het aan de docent.
Slide 17 - Open question
Hoe (v.t. kunnen) je dit nu doen?
Slide 18 - Open question
Gisteren (v.t. melden) de buren de vuurwerkoverlast bij de politie.
Slide 19 - Open question
Maak zelf een zin met een zwak werkwoord
Slide 20 - Open question
Maak zelf een zin met een sterk werkwoord.
Slide 21 - Open question
Instructie
Lees onderstaande zinnen. Bedenk eerst of het gegeven werkwoord de persoonsvorm, onvoltooid deelwoord of het voltooid deelwoord is in de zin. Bekijk zelf in welke tijd de zin hoort te staan.
Neem de tijd :)
Slide 22 - Slide
Ik heb hem nooit ( volt. dw, geloven) met dat rare verhaal.
Slide 23 - Open question
Het inlogscherm op Magister is (veranderen).
Slide 24 - Open question
Deze lastige spellingregels (t.t., onthouden) we nooit!
Slide 25 - Open question
Nigel en Mark hebben (volt. deelw. , ontdekken) hoe je die sudoku kunt oplossen.
Slide 26 - Open question
De jury (bedenken) zich en geeft de atleet alsnog de gouden medaille.
Slide 27 - Open question
De politie (vertrouwen) het niet en arresteert daarom de man alsnog.
Slide 28 - Open question
Sylvia zit te (lachen) achter de computer.
Slide 29 - Open question
Ik heb jou altijd (volt deelw., bewonderen) om je inzet.
Slide 30 - Open question
Verdorie, hebben jullie nu alweer van die gasten (volt. deelw. , verliezen)?
Slide 31 - Open question
(Hijgen) kwamen de ongetrainde marathonlopers over de finish.
Slide 32 - Open question
Chris en ik hebben de muziekjes (volt. deelw. , mixen) tot één mooie playlist.
Slide 33 - Open question
mike heeft drie dingen gedaan eten sporten en douchen Schrijf de zin over met alle leestekens
Slide 34 - Open question
kom ns hier Schrijf de zin over met alle leestekens
Slide 35 - Open question
Maak een zin met het werkwoord 'mogen' in de t.t.
Slide 36 - Open question
Neem de volgende zin over met de juiste leestekens: hij is goed in nederlands