2mavo; 3.1 bloed

planning
  • strafwerk inleveren + HW-controle
  • PW = volgende week
  • Start thema 3
  • leerdoelen + uitleg 3.1
  • aan de slag met opdrachten 3.1
  • leerdoelen + uitleg 3.2
  • aan de slag met opdrachten 3.2
  • huiswerk opgeven  

1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

planning
  • strafwerk inleveren + HW-controle
  • PW = volgende week
  • Start thema 3
  • leerdoelen + uitleg 3.1
  • aan de slag met opdrachten 3.1
  • leerdoelen + uitleg 3.2
  • aan de slag met opdrachten 3.2
  • huiswerk opgeven  

Slide 1 - Slide

strafwerk inleveren voor:
  • MATIN+JAYLON+GUUS+NISA+LAURA  (=van de bijlagen ALLE begrippen van basisstof 2.3 overschrijven)

  • LINA strafwerk inleveren (=van de bijlagen ALLE begrippen van basisstof 2.3+2.4 overschrijven)
  • PROEFWERK = volgende les (2.1 t/m 2.5)

Slide 2 - Slide

Pak je boek open op blz. 158
Bekijk (en lees) alle afbeeldingen op blz. 158+159+160+161





Intussen HW-controle TEST JEZELFs 2.1 t/m 2.5

Slide 3 - Slide

bloedsomloop





Ik laat tekening zien i.p.v. foto´s. Vind je afbeeldingen in je boek te vies om nar te kijken; plak ze af met een post-it. 

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 3.1
Ik kan de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies. 



Slide 5 - Slide

Waaruit bestaat bloed?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

Bloed = transport van......
  • zuurstof
  • voedingsstoffen 
  • afvalstoffen
  • warmte

Slide 8 - Slide

Samenstelling
  • Bloedcellen:
    - Rode bloedcellen
    - Witte bloedcellen
    - Bloedplaatjes
  • Bloedplasma 
    - eiwitten
    - Water
    - Opgeloste stoffen(o.a.mineralen)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Bloedcellen
  • Rode bloedcellen; vervoeren zuurstof en CO2

  • Witte bloedcellen; belangrijk bij de afweer

  • Bloedplaatjes;bloedstolling 

Slide 11 - Slide

Rode bloedcellen
Functie:  
  • vervoert zuurstof en CO2!!
  • Let op: geen CELKERN!!
  • Ze bevatten hemoglobine, een stof met een rode kleur.  Door hemoglobine kunnen de rode bloedcellen gemakkelijk zuurstof opnemen en afgeven. 

Slide 12 - Slide

Witte bloedcellen
  • Bestrijden ziekteverwekkers
  • (een soort) Witte bloedcellen: Opnemen en kapot maken van de ziekteverwekkers.
  • ENIGE BLOEDCEL MET EEN KERN !!

Slide 13 - Slide

Witte bloedcellen

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Bloedplaatjes
  • Functie: 
  • zorgt voor bloedstolling
  • vorm: 
  • geen vaste vorm, zijn delen van uiteengevallen cellen. 
  • kern?
  • geen celkern

Slide 16 - Slide

Bloedstolling
In bloedplaatjes zitten stoffen waardoor het bloed stolt als het buiten de bloedvaten komt. 

Slide 17 - Slide

Wat is waar over het bloed?
A
Het bloed vervoert voedingsstoffen.
B
Het bloed vervoert afvalstoffen.
C
Het bloed vervoert zuurstof.
D
A,B en C zijn waar.

Slide 18 - Quiz

Hoe heet de bloedcel bij 4?

Slide 19 - Open question

Hoe heet de bloedcel bij 1?

Slide 20 - Open question

Bloedplasma
Bloedcellen
water
Rode bloedcel
Witte bloedcel
Glucose
Warmte
Bloedplaatje
Afvalstoffen
voedingsstoffen

Slide 21 - Drag question

Sommige soorten slangengif kunnen stolling van bloed in de bloedvaten veroorzaken. Welke bloeddeeltjes hebben te maken met bloedstolling?
A
Witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes

Slide 22 - Quiz

Welke bloeddeeltjes hebben te maken met afweer?
A
Witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes

Slide 23 - Quiz

Etter

Slide 24 - Open question

Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine

Slide 25 - Quiz

Etter of pus bestaat uit..
A
dode ziekteverwekkers
B
dode witte bloedcellen
C
dode ziekteverwekkers en dode bloedcellen
D
rodebloedcellen

Slide 26 - Quiz

Maak nu in je boek 

op blz. 161-163

van thema 3, basisstof 3.1

opdracht 1 t/m 8

Slide 27 - Slide

 3.2 De bloedsomloop: leerdoelen
1 = Ik kan 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

2 = Ik kan in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen. 

3 = Ik kan de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies. 

Slide 28 - Slide

Benoemen 
aders en slagaders

Slide 29 - Slide

Benoemen aders en slagaders
  • Slagaders gaan van het hart af en naar een orgaan toe: wordt dat vernoemd naar dat orgaan.
  • Aders gaan van een orgaan af en naar het hart toe: wordt dan vernoemd naar dat orgaan.
  • Uitzonderingen = aorta + poortader

Slide 30 - Slide

Soorten bloedvaten
Slagaders: Van het hart naar organen, dikke, gespierde wand.
Aders: Van organen terug naar het hart, dunne wand met kleppen.
Haarvaten: Bij de organen voor de stofwisseling, hele dunne wand (1 cellaag) waar stoffen doorheen
 kunnen.

Slide 31 - Slide

Soorten bloedvaten
Aders: Dunne wand met kleppen
Slagaders: Dikke wand zonder kleppen

Slide 32 - Slide

bloedvaten onder de microscoop

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Kleine en grote bloedsomloop

Slide 35 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Hart --> longen --> hart
Grote bloedsomloop
Hart --> alle organen --> hart

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Omdat je volgende week PW hebt van thema 2, is het huiswerk voor over 2 lessen:


  • maak met potlood in papieren werkboek
  •  van thema 3 - van 3.1 - opdrachten 1 t/m 8
  •  van thema 3 - van 3.2 - opdracht 1 t/m 8

Slide 41 - Slide

Leerdoelen 3.1
Ik kan de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies. 



Slide 42 - Slide

 3.2 De bloedsomloop: leerdoelen
1 = Ik kan 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

2 = Ik kan in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen. 

3 = Ik kan de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies. 

Slide 43 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 44 - Open question