What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2mavo; 3.1 bloed
planning
voorbespreken practicum
Start thema 3
leerdoelen + uitleg 3.1
aan de slag met opdrachten 3.1
leerdoelen + uitleg 3.2
aan de slag met opdrachten 3.2
huiswerk opgeven
1 / 48
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
4 videos
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
planning
voorbespreken practicum
Start thema 3
leerdoelen + uitleg 3.1
aan de slag met opdrachten 3.1
leerdoelen + uitleg 3.2
aan de slag met opdrachten 3.2
huiswerk opgeven
Slide 1 - Slide
ga naar blz. 139
Je krijgt ook een blad
1 = zet hierop je naam en klas
Slide 2 - Slide
indicatoren voor voedingsstoffen
Een indicator is een stof waarmee je een andere stof kunt aantonen.
Een indicator voor zetmeel is joodoplossing.
Als er in een voedingsmiddel zetmeel zit,
zal de joodoplossing in kleur veranderen
van geelbruin naar blauwzwart.
Maak aantekeningen!
Je moet weten welke indicator welke voedingsstof aantoont en hoe deze wordt aangetoond!
Slide 3 - Slide
glucose aantonen met een
teststrookje
glucose aantonen met
benedict
Slide 4 - Slide
eiwitten aantonen
Biureet; voor het aantonen van eiwitten door van blauw in donkerpaars te veranderen.
biureet zonder eiwitten biureet met eiwitten
heeft een lichtblauwe heeft een donkerpaarse
kleur
kleur.
Slide 5 - Slide
Ik neem de bladen nu weer in;
ik deel ze weer uit in de volgende les.
Pak je boek open op blz. 156
Slide 6 - Slide
bloedsomloop
Ik laat tekening zien i.p.v. foto´s. Vind je afbeeldingen in je boek te vies om nar te kijken; plak ze af met een post-it.
Slide 7 - Slide
Leerdoel 3.1 - bloed
Ik kan de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.
Slide 8 - Slide
Waaruit bestaat bloed?
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Video
Bloed = transport van......
zuurstof
voedingsstoffen
afvalstoffen, zoals CO2
warmte!
Slide 11 - Slide
Samenstelling
Bloedcellen:
- Rode bloedcellen
- Witte bloedcellen
- Bloedplaatjes
Bloedplasma
- eiwitten
- Water
- Opgeloste stoffen(o.a.mineralen)
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Bloedcellen
Rode bloedcellen; vervoeren zuurstof en CO2
Witte bloedcellen; belangrijk bij de afweer
Bloedplaatjes;bloedstolling
Slide 14 - Slide
Rode bloedcellen
Functie:
vervoert zuurstof en CO2!!
Let op: geen CELKERN!!
Ze bevatten
hemoglobine
, een stof met een rode kleur.
Door hemoglobine kunnen de rode bloedcellen gemakkelijk zuurstof opnemen in de longen en weer afgeven in organen.
Slide 15 - Slide
Witte bloedcellen
Bestrijden ziekteverwekkers!
(één type) witte bloedcellen: Opnemen en kapot maken van de ziekteverwekkers.
ENIGE BLOEDCEL MET EEN KERN !!
Slide 16 - Slide
rode bloedcellen en
enkele witte bloedcellen
Slide 17 - Slide
0
Slide 18 - Video
Bloedplaatjes
Functie:
Het zorgt voor bloedstolling.
vorm:
Geen vaste vorm, het zijn delen van uiteengevallen cellen.
kern?
geen celkern
Slide 19 - Slide
Bloedstolling
In bloedplaatjes zitten stoffen waardoor het bloed stolt (vast wordt) als het buiten de bloedvaten komt.
Slide 20 - Slide
log nu in op deze lessonup
timer
1:00
Slide 21 - Slide
Wat is waar over het bloed?
A
Het bloed vervoert voedingsstoffen.
B
Het bloed vervoert afvalstoffen.
C
Het bloed vervoert zuurstof.
D
A,B en C zijn waar.
Slide 22 - Quiz
Hoe heet de bloedcel bij 4?
Slide 23 - Open question
Hoe heet de bloedcel bij 1?
Slide 24 - Open question
Bloedplasma
Bloedcellen
water
Rode bloedcel
Witte bloedcel
Glucose
Warmte
Bloedplaatje
Afvalstoffen
voedingsstoffen
Slide 25 - Drag question
Sommige soorten slangengif kunnen stolling van bloed in de bloedvaten veroorzaken. Welke bloeddeeltjes hebben te maken met bloedstolling?
A
Witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes
Slide 26 - Quiz
Welke bloeddeeltjes hebben te maken met afweer?
A
witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes
Slide 27 - Quiz
Wat is etter (pus)?
Slide 28 - Open question
Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine
Slide 29 - Quiz
Etter of pus bestaat uit..
A
dode ziekteverwekkers
B
(dode) witte bloedcellen
C
dode ziekteverwekkers en (dode) witte bloedcellen
D
(rode) bloedcellen
Slide 30 - Quiz
Maak nu in je WERKBOEK;
op blz. 161 t/m 163
van thema 3, basisstof 3.1 - opdracht 1 t/m 8
Wat niet af is, wordt automatisch huiswerk voor de volgende les.
Slide 31 - Slide
3.2 De bloedsomloop: leerdoelen
1 = Ik kan 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
2 = Ik kan in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
3 = Ik kan de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
Slide 32 - Slide
Benoemen
aders en slagaders
Slide 33 - Slide
Benoemen aders en slagaders
Slagaders gaan van het hart af en naar een orgaan toe: wordt dat vernoemd naar dat orgaan.
Aders gaan van een orgaan af en naar het hart toe: wordt dan vernoemd naar dat orgaan.
Uitzonderingen = aorta + poortader
Slide 34 - Slide
Soorten bloedvaten
Slagaders
: Van het hart naar organen, dikke, gespierde wand.
Aders
: Van organen terug naar het hart, dunne wand met kleppen.
Haarvaten
: Bij de organen voor de stofwisseling, hele dunne wand (1 cellaag) waar stoffen doorheen
kunnen.
Slide 35 - Slide
Soorten bloedvaten
Aders:
Dunne wand met kleppen
Slagaders:
Dikke wand zonder kleppen
Slide 36 - Slide
bloedvaten onder de microscoop
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Kleine en grote bloedsomloop
Slide 39 - Slide
Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
:
Hart --> longen --> hart
Grote bloedsomloop
:
Hart --> alle organen --> hart
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Video
Slide 42 - Video
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Omdat je volgende week PW hebt van thema 2, is het huiswerk voor over 2 lessen:
maak met potlood in papieren werkboek
van thema 3 - van 3.1 - opdrachten 1 t/m 8
van thema 3 - van 3.2 - opdracht 1 t/m 8
Slide 45 - Slide
Leerdoelen 3.1
Ik kan de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.
Slide 46 - Slide
3.2 De bloedsomloop: leerdoelen
1 = Ik kan 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
2 = Ik kan in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
3 = Ik kan de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
Slide 47 - Slide
Wat heb je deze les geleerd?
Slide 48 - Open question
More lessons like this
Bloedsomloop
January 2019
- Lesson with
36 slides
Biologie
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
D2BTh4 B4 Bloedvaten - lln
April 2019
- Lesson with
50 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
KM2A oefenen online so
January 2021
- Lesson with
25 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
D2BTh4 B2 Je bloedsomloop - lln
April 2019
- Lesson with
36 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
5H 11.2 Transportvaten
September 2023
- Lesson with
18 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
5V 10.1 Hart en bloedsomloop
September 2024
- Lesson with
27 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
5V 9.1 Hart en bloedsomloop
July 2022
- Lesson with
27 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
5H 11.2 Transportvaten
May 2023
- Lesson with
22 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5