grammatica zinsdelen klas 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hoe vind je het
lijdend voorwerp?

Hoe vind je het
meewerkend voorwerp?

Hoe vind je de
bijwoordelijke bepaling?

Zij heeft dat al gedaan.
(lijdend voorwerp)

Wat is het lijdend voorwerp in de zin:
'Morgen mailt de docent onze cijfers naar de directeur.'

Vind het lijdend voorwerp:
Sie spielt ein Spiel.

Het meewerkend voorwerp is:
Mijn broer mailde Eefje een leuke foto.

Wat is het meewerkend voorwerp in de zin?
De docent zou haar een onvoldoende hebben gegeven.

Wat is de bijwoordelijke bepaling (BWB) in de zin:

Op haar stage heeft ze veel geleerd.

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Het water is tijdelijk afgesloten.

1. het water
2. is tijdelijk afgesloten
3. tijdelijk
4. tijdelijk afgesloten

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?

'Koala's | eten | geen | vlees.'

1. juist
2. onjuist

De enige andere mogelijke volgorde is:

'Geen vlees eten koala's.'

Geen en vlees horen dus bij elkaar in één zisdeel.

Hoeveel zinsdelen ?

Gisteren liep de hond in het park.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Benoem de zinsdelen - Waarom wil [mijn oma] altijd een zoen hebben?

1. Onderwerp
2. Lijdend voorwerp
3. Meewerkend voorwerp
4. Bijwoordelijke bepaling

De jarige leraar trakteerde op stroopwafels.
ontleden in zinsdelen

1. trakteerde is ww
2. trakteerde is vd
3. de jarige leraar=ow
4. stroopwafels=lv

Benoem de zinsdelen. - De docent Nederlands gaf [de leerling] een negen op zijn toets.

1. Persoonsvorm
2. Onderwerp
3. Lijdend voorwerp
4. meewerkend voorwerp

Benoem de zinsdelen. - De docent Nederlands gaf de leerling [een negen] op zijn toets.

1. Persoonsvorm
2. Onderwerp
3. Lijdend voorwerp
4. Meewerkend voorwerp