CG A1 Unidad 11 Week 7 Les 2


- Casa nueva, vida nueva
- Meubels en inrichting

-Complimenten maken en        erop reageren

- Overzicht Grammatica en Communicatie
Programa:
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansHBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson


- Casa nueva, vida nueva
- Meubels en inrichting

-Complimenten maken en        erop reageren

- Overzicht Grammatica en Communicatie
Programa:

Slide 1 - Slide

¿Qué hay? pag. 98

Slide 2 - Slide

¿Dónde está/n? pag. 99
el abanico
el armario
la calefacción
la alfombra
mesita de noche

Slide 3 - Slide

Spanjaarden zijn bescheiden en zwakken een compliment vaak een beetje af.


¡Qué mesa tan bonita!
¿ Tú crees?
¡ Tienes un salón muy grande!
¿Te parece?
¡Qué práctico!
¿ Te gusta?
Qué + zelf. naamw. + tan/más + bijv. naamw
¡Qué       mochila               más            práctica         tienes!

Slide 4 - Slide

Dale un cumplido a tu compañero/a
Geef elkaar complimenten: 

- Denk aan wat je klasgenoot aan
heeft 
- wat hij/zij heeft

¿Cómo reaccionas?




Slide 5 - Slide

¡Ahora vamos a repasar!
"Document overzicht grammatica en communicatie" in canvas.

Empezamos a repasar el documento "overzicht grammatica"

¿Listos? A la cuenta de tres: 

Slide 6 - Slide

El tiempo presente= de tegenwoordige tijd

Regelmatige werkwoorden op –ar, -er, -ir
 Onregelmatige werkwoorden:
- Hele onregelmatige werkwoorden als ser, ir etc,
- ww met diftongering e—ie, o—ue, e—i als pensar en poder
- ww met –z- inschuiving als conocer in de 1ste persoon
- ww met een onregelmatige 1ste persoon : hago, salgo, sigo etc

Vamos a trabajar con el siguiente documento :


Slide 7 - Slide

¿Recuerdas?

Slide 8 - Slide

De wederkerende werkwoorden als lavarse = zich wassen
Otros reflexivos:
- despertarse
- acostarse
- sentirse
- ducharse
- aburrirse 
- ponerse
- consentrarse
- cansarse
- sentarse

Slide 9 - Slide

¡A practicar!

Slide 10 - Slide

Gustar + meewerkend voornaamwoord
Encantar - interesar - molestar
Estos verbos también se conjugan como gustar

Slide 11 - Slide

Hoe zeg je (met gustar)?
Mijn ouders vinden het theater leuk.

Slide 12 - Open question

¿Te ... hablar español?
A
interesa
B
interesas
C
interesan
D
interesar

Slide 13 - Quiz

Wij houden van dansen.
A
Nos encantar bailar
B
Nos encanta bailar
C
Encantamos bailar
D
Os gusta bailar

Slide 14 - Quiz

¿Qué te molesta?
Me molesta el ruido

Slide 15 - Mind map


de perfecto= vtt=de voltooide tijd = ik heb gegeten

Slide 16 - Slide

de gerundio + met iets bezig zijn = estar cantando/comiendo/escribiendo

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Situaciones/reacciones
-  Je bent in de supermarkt want je gaat boodschappen doen voor het verjaardagfeest van je vriend/vriendin. Maar je bent de boodschappenlijst thuis vergeten:
Opdracht: Bel je vriend/vriendin en vraag wat jullie nodig hebben voor het feest. Noem producten/verpakkingen/hoeveelheden
pag. 48
- Je gaat ook naar de markt in de stad want je wilt ook verse groenten en fruit kopen. Begin een gesprek met de verkoopster
pag. 44

Slide 19 - Slide

Situaciones/reacciones
- Je bent net verhuisd naar Amsterdam. Je wilt de stad verkennen maar je weet niet wat er in de stad te doen is. Bel je beste vriend/vriendin en vraag wat je kan doen in Amsterdam. Je vriend/vriendin wil weten wat je leuk vindt om te doen.
Geef zo veel mogelijk details met gustar, encantar, interesar.
pag. 65
- Je vriend/vriendin ga je een aantal leuke bezienswaardigheden in Amsterdam aanbevelen:
Se recomienda, es mejor, conviene, no es necesario pag. 81

Slide 20 - Slide

Situaciones/reacciones
- Je gaat op vakantie naar Málaga. Je wilt een kamer in een luxe hotel huren. Bel naar het hotel en stel vragen over de faciliteiten in het hotel, prijzen, locatie.      pag. 64

- De volgende week kom je in Malaga aan. Je gaat naar het holel waar je een kamer hebt gereserveerd: Eenmaal in je kamer, de airco doet het niet, je hebt geen uitzicht naar zee en je hebt een kamer alleen met douche gekregen. Bel de receptionist een klacht over de onderstaande problemen.
pag, 69

Slide 21 - Slide

¡Buena suerte chicos!
¡Ustedes pueden!

Slide 22 - Slide