Herhaling en nieuwe theorie

Argumentatie 
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Argumentatie 

Slide 1 - Slide

Toetsstof
Reader argumentietheorie - theorie + opdrachten (zie studiewijzer op som). 
Daar vind je ook de antwoorden. 
Zie ook de uitgedeelde lessen op LessonUp.
8/1 Leesdossier - 7 punten --> som. 

Slide 2 - Slide

Toets
Opgave 1 -  Reproductievragen -->  letterlijke theorievragen.

Opgave 2 - Noteren van welke drogreden er sprake is.

Opgave 3 - Blokjesschema’s maken.

Opgave 4 - Argumentatieschema’s --> noteer standpunt, argument(en) en van welk schema sprake is.

Opgave 5 - Combinatie van bovenstaande.





Slide 3 - Slide

Wat hebben we al behandeld?
  •  Standpunt (positief standpunt, negatief standpunt en        standpunt van twijfel) en argumenten
 
Signaalwoorden:
Standpunt - ik vind, volgens mij, daarom, kortom, etc.
Argument - want, omdat, immers etc.





Slide 4 - Slide

Wat hebben we al behandeld?

  •  Tegenargumenten (je ontkracht een   standpunt)                          en weerleggingen (je ontkracht een argument)
  • Feitelijke en waarderende argumenten







Slide 5 - Slide

Argumentatiestructuren
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Nevenschikkende argumentatie
  3. Onderschikkende argumentatie

Slide 6 - Slide

Argumentatieschema's --> het verband tussen argument(en) en standpunt. 
Argumentatie op basis van:
  •  oorzaak en gevolg
  •  kenmerk of eigenschap
  •  voor- en nadelen
  •  voorbeelden
  •  vergelijking
  •  autoriteit (expert)

Slide 7 - Slide

Drogredenen
Drogreden = fout in de argumentatie

  • verkeerd beroep op een argumentatieschema

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Onjuist gebruik van  argumentatieschema's

  • onjuist oorzaak-gevolg
  • onjuist kenmerk/ eigenschap
  • overdrijven voor- of nadelen
  • vals dilemma
  • overhaaste generalisatie
  • verkeerde vergelijking
  • onjuiste autoriteit

Slide 10 - Slide

Onjuist oorzaak-gevolg

Oorzaak leidt niet tot het gevolg/er zijn ook andere oorzaken


Het is logisch dat minder havisten zich voor een hbo-studie opgeven (gevolg + standpunt). Ze moeten nu namelijk veel meer lenen dan eerst (oorzaak + argument).
1/7

Slide 11 - Slide

Onjuist beroep op kenmerk/eigenschap

Bepaald kenmerk krijgt veel aandacht/andere eigenschappen worden genegeerd


Diederik is een hooligan (standpunt), want hij zit onder de tattoos (kenmerk + argument).
2/7

Slide 12 - Slide

Onjuist beroep op voor- of nadelen: overdrijven voor- of nadelen

Gevolgen worden heel erg overdreven


Veel huwelijken eindigen in een nare vechtscheiding (nadeel + argument). Daarom kunnen mensen maar beter niet meer trouwen (standpunt).
3/7

Slide 13 - Slide

Onjuist beroep op voor- of nadelen: vals dilemma

Er wordt gedaan alsof er maar twee mogelijkheden zijn, terwijl er veel meer opties zijn

De regering moet nu maar eens een duidelijke keuze maken: óf meer lessen Nederlands óf een slechtere beheersing van de Nederlandse taal. (standpunt) Het vals dilemma is het standpunt; er worden geen argumenten voor gegeven.
4/7

Slide 14 - Slide

Onjuist beroep op voorbeelden: overhaaste generalisatie

Een algemene conclusie trekken op basis van een of enkele voorbeelden


Ik had laatst meer dan een halfuur vertraging toen ik met de trein reisde (argument). De NS is dus absoluut niet te vertrouwen (standpunt).
5/7

Slide 15 - Slide

Onjuist beroep op vergelijking: verkeerde vergelijking

Een algemene conclusie trekken op basis van een of enkele voorbeelden


Zo erg is het nou toch ook weer niet dat de bijen uitsterven (standpunt). De dino's zijn ook ooit van de aardbodem verdwenen (argument).
6/7

Slide 16 - Slide

Onjuist beroep op autoriteit

Een autoriteit is onbetrouwbaar/iemand is geen autoriteit op dat gebied


De directeur van KLM zei het laatst ook al (argument) het valt reuze mee met de CO2-uitstoot van vliegtuigen (standpunt).
7/7

Slide 17 - Slide

Oefenen

Slide 18 - Slide

De jury bij de turnwedstrijd had geen enkele fout gemaakt. Dat vond premier Rutte ook.
A
onjuist kenmerk/eigenschap
B
onjuist oorzaak-gevolg
C
overhaaste generalisatie
D
onjuiste autoriteit

Slide 19 - Quiz

Deze nieuwe medicijn heeft bijna geen bijwerkingen, dus het is volkomen veilig
A
Verkeerde vergelijking
B
Overhaaste generalisatie
C
Overdrijven voor- of nadelen
D
Onjuist oorzaak/gevolg

Slide 20 - Quiz

Als je niet voor ons bent, ben je tegen ons
A
Vals dilemma
B
Onjuist oorzaak/gevolg
C
Onjuist kenmerk/eigenschap
D
Onjuiste autoriteit

Slide 21 - Quiz

De meeste mensen vinden dat deze nieuwe wet een slecht idee is, dus moeten wij dat ook vinden.
A
Overdrijven voor- of nadelen
B
Onjuiste autoriteit
C
Verkeerde vergelijking
D
Onjuist kenmerk/eigenschap

Slide 22 - Quiz

Ofwel stemmen we voor de nieuwe belastingwet, ofwel zullen we allemaal in armoede leven.
A
vals dilemma
B
bespelen van publiek
C
ontduiken bewijslast
D
verkeerde vergelijking

Slide 23 - Quiz

To do...
Maak van §4 opdr. 2-4

Slide 24 - Slide

Drogredenen
Drogreden = fout in de argumentatie
  • verkeerd beroep op een argumentatieschema
  • overtreden van een discussieregel --> deze drogredenen  hoor je het vaakst in discussies en debatten, maar ze kunnen ook in geschreven teksten voorkomen. Bij het overtreden van een discussieregel worden er vaak geen argumenten gegeven.

Slide 25 - Slide

Overtreden discussieregels
  • persoonlijke aanval
  • ontduiken bewijslast
  • cirkelredenering
  • vertekenen standpunt
  • bespelen van publiek

Slide 26 - Slide

Persoonlijke aanval

Niet de argumenten, maar de tegenstander als persoon aanvallen


Jij weet helemaal niks over gezond en gevarieerd eten (standpunt), je bent zelf veel te zwaar! (argument)
1/5

Slide 27 - Slide

Ontduiken van de bewijslast

Er wordt niks bewezen/er wordt gedaan alsof er geen bewijs nodig is

Die voetballer had rood moeten krijgen voor die actie! (standpunt) Iedereen kent toch de regels van voetbal? (argument)
2/5

Slide 28 - Slide

Cirkelredenering

Er wordt eigenlijk helemaal geen argument gegeven, maar het standpunt wordt in andere woorden herhaald

Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk (standpunt/argument), omdat ik vind dat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt. (standpunt/argument)
3/5

Slide 29 - Slide

Vertekenen van het standpunt

Er worden woorden in de mond van de ‘tegenstander’ gelegd die hij of zij helemaal niet zo bedoelde/woorden verdraaien

De Amerikaanse president zegt dat Europa meer geld aan zijn defensie moet uitgeven. Zie je wel dat liever hij liever niets meer met Europa te maken heeft. 
4/5

Slide 30 - Slide

Bespelen van het publiek

Er wordt iets beweerd waar je als publiek niet snel tegenin durft te gaan

Mensen die ook maar een beetje goede smaak hebben, zullen zich echt niet verlagen om naar een concert van Snelle te gaan. 
5/5

Slide 31 - Slide

Oefenen

Slide 32 - Slide

Ieder weldenkend mens zal het ermee eens zijn dat Wilders een slechte politicus is.
A
bespelen van het publiek
B
vertekenen van standpunt
C
persoonlijke aanval
D
cirkelredenering

Slide 33 - Quiz

Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief.

A
bespelen van het publiek
B
vals dilemma
C
ontduiken bewijslast
D
cirkelredenering

Slide 34 - Quiz

Ik vind dit een goed plan. Bent u het niet met mij eens? Kom dan eerst maar eens met argumenten!
A
bespelen van het publiek
B
onjuist oorzaak-gevolg
C
ontduiken bewijslast
D
verkeerde vergelijking

Slide 35 - Quiz

To do...
Maak van §4 opdr. 5-8

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Handige filmpjes!
https://www.youtube.com/playlist?list=PLHhHafFcp92W45Y-xCFrGgZ7wiNW6hATe

Slide 38 - Slide