4.2 Vergelijkingen en ongelijkheden grafisch-numeriek oplossen

Maken 46 en 52
timer
5:00
opgave 46
nee
opgave 52
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Maken 46 en 52
timer
5:00
opgave 46
nee
opgave 52

Slide 1 - Slide

Vergelijkingen en ongelijkheden grafisch-numeriek oplossen
  • De oplossingen van de vergelijking x4 = x3 + 1 zijn de x-coördinaten van de snijpunten van de grafieken van f(x) = x4 en g(x) = x3 + 1.
  • Het oplossen van deze vergelijking met behulp van grafieken op de GR heeft grafisch-numeriek oplossen.
  • Daarbij gebruik je optie snijpunt. 

Slide 2 - Slide

Vergelijkingen en ongelijkheden grafisch-numeriek oplossen
Werkschema: vergelijkingen grafisch-numeriek oplossen
  1. Voer het linkerlid van de vergelijking in bij y1 en het rechterlid bij y2.
  2. Noteer welke optie van de GR je gebruikt.
  3. Geef alle oplossingen in het gevraagde aantal decimalen of rond zelf verstandig af.

Slide 3 - Slide

Vergelijkingen en ongelijkheden grafisch-numeriek oplossen
Om de vergelijking f(x) = 0 grafisch-numeriek op te lossen, voer je de formule in bij y1 en gebruik je de optie nulpunt.

Slide 4 - Slide

Voorbeeld
Los op. Rond af op drie decimalen.
a. 0,2x3 -2x + 2 = 0
b. x3 -8x = 5 - x2

Slide 5 - Slide

Vergelijkingen en ongelijkheden grafisch-numeriek oplossen
  • Bij het oplossen van de ongelijkheid f(x) < g(x) waarbij je niet algebraïsch te werk hoeft te gaan, mag je de vergelijking             f(x) = g(x) grafisch-numeriek oplossen.
  • Ga verder te werk zoals je bij het algebraïsch oplossen van ongelijkheden hebt geleerd,
  • dus schets de grafieken van f en g en lees uit de schets de oplossing af. 

Slide 6 - Slide

Maak 47
lager dan 6: Maak 48, 50, 52 + nakijken
[6,7>: Maak 49, 50, 52 + nakijken
7 of hoger: Maak 49, 50, 51, 52 + nakijken
timer
10:00
opdracht 47
a x≈0,638 v x≈3,760
b x≈-6,034 v x≈1,794 v x≈9,240

Slide 7 - Slide

Gebroken functies
  • Functies als f(x) = 1/x, g(x) = 5/x+3 en h(x) = 5 + x/2x-1 zijn voorbeelden van gebroken functies.
  • In een gebroken functie komt de variabele in de noemer van de breuk voor.
  • De eenvoudigste gebroken functie is f(x) = 1/x

Slide 8 - Slide

Gebroken functies
  • De functie f is een standaardfunctie.
  • De grafiek van deze functie is een standaardgrafiek en heet hyperbool.
  • Je mag een standaardgrafiek zonder toelichting tekenen en schetsen.
  • Omdat f(0) niet kan, bestaat de grafiek uit twee losse delen.
  • Deze delen heten de takken van de hyperbool. 

Slide 9 - Slide

Gebroken functies
  • Bij de grafiek van f(x) = 1/x spelen de x-as en de                               y-as een belangrijke rol.
  • Neem je x heel groot, bijvoorbeeld 1000, dan ligt het bijbehorende punt van de grafiek heel dicht bij de x-as.
  • Neem je x heel sterk negatief, bijvoorbeeld -1000, dan ligt het bijbehorende punt van de grafiek ook heel dicht bij de x-as. 

Slide 10 - Slide

Gebroken functies
  • De x-as (de lijn y=0) is de horizontale asymptoot                           van de grafiek van f.
  • In figuur hiernaast zie je dat de y-as ( de lijn x = 0) de verticale asymptoot van de grafiek is.
  • Een asymptoot is een lijn waarmee de grafiek op den duur vrijwel samenvalt. 

Slide 11 - Slide

Gebroken functies
  • Ook de grafiek van y = 1/x+1 - 4 heeft twee asymptoten.
  • De formules van de asymptoten vind je door te kijken hoe de grafiek uit die van y = 1/x ontstaat.
  • y = 1/x 1 naar links en 4 omlaag> y = 1/x+1 - 4
  • De asymptoten van de hyperbool verschuiven met de grafiek mee, 

Slide 12 - Slide

Gebroken functies
  • dus de asymptoten van y = 1/x+1 - 4 zijn x = -1 en y = -4.
  • Een ander woord voor verschuiving is translatie.
  • In plaats van 'de verschuiving 1 naar links en 4 omlaag' zeggen we in het vervolg 'de translatie (-1,-4)'.
  • Bij de translatie (-1,-4) vervang je x door x+1 en trek je 4 af van de functiewaarde. 

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Gegeven zijn de functies f(x) = 1/x-2 + 3 en g(x) = 1/x.
a. Hoe ontstaat de grafiek van f uit die van g?

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
Gegeven zijn de functies f(x) = 1/x-2 + 3 en g(x) = 1/x.
b. Geef van beide asymptoten van de grafiek van f de formule en schets de grafiek van f.

Slide 15 - Slide

Maak 55
lager dan 6: Maak 48, 50, 53, 54 + nakijken
[6,7>: Maak 49, 50, 53, 54 + nakijken
7 of hoger: Maak 49, 50, 51, 56 + nakijken
timer
10:00
opdracht 55
a x=5 en y=6
b x=-1 en y=-3
c x=0 en y=-3

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Aan het werk...
lager dan 6: Maak 48, 50, 53, 54, 55 + nakijken
[6,7>: Maak 49, 50, 53, 54, 55 + nakijken
7 of hoger: Maak 49, 50, 51, 55, 56 + nakijken

Slide 21 - Slide

Huiswerk
lager dan een 6: Maak 50, 55 + nakijken en insturen via teams
[6,7>: Maak 49, 50, 55 + nakijken en insturen via teams
7 of hoger: Maak 49, 50, 55, 56 + nakijken en insturen via teams

Slide 22 - Slide