Tijdens de Opstand hadden stadhouders, zoals Maurits en Frederik Hendrik, veel aanzien en macht.
In 1648 kwam er vrede met Spanje. Veel regenten wilden vrede, omdat oorlog duur en slecht voor de handel was. Daarbij wilden ze de macht van de stadhouder beperken.
In 1650 werd het leger door de regenten verkleind.