§2.2 Het dagboek van de aarde

§2.2 Het dagboek van de aarde
1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

§2.2 Het dagboek van de aarde

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Je weet hoe een fossiel in een gesteente terechtkomt.
2. Je begrijpt waarom bodemlagen en fossielen veel kunnen vertellen over de geologische geschiedenis van de aarde.
3. Je kunt met behulp van voorbeelden de relatieve en absolute ouderdom van bodemlagen vaststellen.

Slide 2 - Slide

Fossielen in gesteente
  • De aarde is oud.
  • De aarde is opgebouwd uit lagen gesteente.
  • In de lage gesteente vinden we restanten uit de geschiedenis terug -> fossielen:
- plantaardig
- dierlijk

Slide 3 - Slide

Fossielen
-> Geven informatie over vroeger:
- Klimaat
- Hoe zag het landschap eruit
- Welke organisme leefde er destijds?

Slide 4 - Slide

Opeenstapeling
- De aarde is opgebouwd uit lagen gesteente.

- Sedimentgesteente
- Stollingsgesteente
- Metamorf gesteente

De jongste laag ligt bovenop.

Slide 5 - Slide

Evolutie van het leven
Sedimentgesteente helpt archeologen bij het bepalen hoe oud de aarde is, welke organisme er hebben geleefd en hoe het klimaat eruit zag. Enkele conclusies zijn:

-> Vroeger bestonden er alleen bacteriën. Maar de organisme werden steeds complexer.

-> Bacteriën -> weekdieren -> schelpdieren -> vissen -> landplanten -> reptielen -> zoogdieren.

Slide 6 - Slide

Uitsterven
Op aarde veranderde de verschillende omstandigheden.

Door deze veranderingen zijn plant- en diersoorten uitgestorven. 

Soorten organisme sterven na zo'n 23 miljoen jaar uit. Soms meerdere tegelijk.

Slide 7 - Slide

Relatieve ouderdom
De juiste volgorde van de verschillende tijden. 

Je weet niet hoe lang elke tijd heeft geduurd.

Slide 8 - Slide

Absolute ouderdom
De werkelijke lengte in jaren van de verschillende tijden.

Dit is te bepalen door naar radioactieve elementen in gesteente te kijken. Bijvoorbeeld uranium. 

Slide 9 - Slide

Maak een tijdschaal
- Benoem de volgende onderdelen:
  • De 4 tijdschalen (met tijd) op blz. 26 - 27
  • Plaatje hoe de aarde eruit zag (waar lag wat?)
  • Kenmerken klimaat, met foto.
  • Belangrijkste fossielen uit die tijd, met foto.
  • Kenmerken landschap, met foto.
  • Belangrijkste gebeurtenis in die tijd.
  • Gebeurtenis die voor einde van die tijd zorgde.

Slide 10 - Slide