2.1: De pruikentijd

2.1: De pruikentijd
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.1: De pruikentijd

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Bespreken opdracht oorzaken Franse Revolutie
  • introductie paragraaf 2.1
  • uitleg paragraaf 2.1
  • aan de slag met opdrachten 

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... Kun je uitleggen hoe het ging met de economie van Nederland in de 18e eeuw.
... kun je uitleggen uit welke drie standen de Franse samenleving bestond.
... kun je de verschillen tussen de standen uitleggen.
... kun je in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen: standenmaatschappij, geestelijken, adel en privileges betekenen

Slide 3 - Slide

Oorzaken voor het uitbreken van de Franse Revolutie

Slide 4 - Mind map

2.1: De pruikentijd:
in deze paragraaf leer je: 
  • hoe het ging met de Nederlandse economie
  • welke sociale verhouding er waren in Frankrijk
  • welke nieuwe ideeën ontstonden.

kenmerkend aspect: Het denken over staat en maatschappij in de Verlichting.

Slide 5 - Slide

De Nederlandse economie:
  • Nijverheid en handel gaan achteruit
  • bedrijven maken minder winst
  • steeds meer werkloosheid en armoede 

Slide 6 - Slide

De Nederlandse economie:
  • Met een kleine groep families gaat het wel goed
  • rijke handelaren en regenten bouwden prachtige buitenhuizen buiten Amsterdam. 

Slide 7 - Slide

Grachtenpanden
Buitenhuizen

Slide 8 - Slide

De Franse samenleving:
  • economie na 1700 tot bloei
  • ondernemers in de handel en nijverheid werden erg rijk, maar hebben minder rechten dan geestelijken en edelen.
  • grote armoede onder de boeren 

Slide 9 - Slide

De standenmaatschappij
standenmaatschappij: maatschappij waarin de bevolking is verdeeld in standen met eigen rechten en plichten

  1. eerste stand = geestelijken (mensen in dienst van de kerk)
  2. tweede stand = adel
  3. derde stand = de rest van de bevolking

Slide 10 - Slide

De Franse samenleving:
  • leden van de eerste en tweede stand hadden privileges
  • betaalden niet of nauwelijks belasting
  • alleen edelen konden goedbetaalde overheidsbanen krijgen.
  • gewone volk betaalde vrijwel alle belasting
  • prijzen steden meer dan de lonen, een groot deel van de bevolking werd daardoor steeds armer. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Aan de slag:
  • Lees de eerste 2 kopjes theorie van paragraaf 2.1
  • Maak de opdrachten van 2.1 t/m opdracht  5
  • werk in je eigen woorden de eerste twee leerdoelen van deze paragraaf uit.
      1. Hoe het ging met de Nederlandse economie
     2. Welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk.

Slide 14 - Slide

Aanmelden Lessonup-Klas

Slide 15 - Slide