Spelling- 1 t/m 7

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Lezen paragraaf 4 en 5

Ga op je eigen plek zitten en leg op tafel: 

1B: je leerwerkboek, je schrift, je leesboek en je etui.

1A: Open je laptop op Lessonup.app

      Leg je leesboek op tafel

Nederlands

Wat gaan we doen? 

1. Lezen

2. Startopdracht + leerdoelen

3. Uitleg - hoofdletters

4. Aan het werk 

5. Afronden en opruimen

Leerdoelen 

• Je kunt hoofdletters op de juiste manier spellen.

Startopdracht

Je krijgt zometeen een aantal vragen over hoofdletters. Weet jij de antwoorden al?

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. paasei
2. Paasei

Hoofdletter of geen hoofdletter?

1. Pasen
2. pasen

Hoofdletter of een hoofdletter?

1. Ameland
2. ameland

Plaats zo nodig hoofdletters, komma's en hoofdletters

het vliegveld van het spaanse eiland is afgesloten

Hoofdletter

geen hoofdletter

marco

printer

racefiets

tijger

turkse

Hoe schrijf ik deze naam goed?
meneer van den valk

Hoe schrijf ik deze naam goed?
mevrouw van vliet

Hoofdletters

• Iedere nieuwe zin begint met een hoofdletter. 
  
• Namen van mensen, plaatsen, rivieren.
  

Frenkie de Jong, Hamid, Eindhoven, Nederland

de Maas, de Franse Alpen

Hoofdletters

• Namen van mensen
  

Als je de voor- en achternaam schrijft, krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.

Louis van Gaal

Dylan van der Gragt

Hoofdletters

• Namen van mensen
  

Als je in plaats van de voornaam een voorletter schrijft, krijgt het tussenvoegsel ook geen hoofdletter.

S. de Jong

L. van Gaal

Hoofdletters

• Namen van mensen
  

Wanneer de hele voornaam (en dus ook de voorletter) is weggehaald, schrijf je het tussenvoegsel wél met een hoofdletter. 

mevrouw De Jong

coach Van Gaal

Van der Gragt

Aan het werk!        

Maak de opdrachten van het onderdeel 'spelling'. 

Hoe: Eerst 5 minuten zelfstandig (rood) en daarna mag je overleggen (oranje).

Als je klaar bent, mag je de TL-opdrachten maken of lezen in je eigen leesboek.

Leerdoelen 

• Je kunt hoofdletters op de juiste manier spellen.

EXIT-ticket

Typ in maximaal 140 tekens een berichtje over wat jij in deze les geleerd/herhaald hebt.

Afsluiten

Ruim je spullen op.

Blijf op je plek zitten tot de bel gaat.

Spelling

Ga op je eigen plek zitten en leg op tafel: 

1B: je leerwerkboek, je schrift, je leesboek en je etui.

1A: Open je laptop op Lessonup.app

      Leg je leesboek op tafel

Nederlands

Wat gaan we doen? 

1. Lezen

2. Startopdracht + leerdoelen

3. Uitleg - Leestekens

4. Aan het werk + bespreken

5. Exit- ticket

6. Afronden en opruimen

Leerdoelen 

• Je kunt punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken.

Startopdracht

Je krijgt zometeen een aantal vragen over hoofdletters. Weet jij de antwoorden al?

Kloppen de leestekens?

1. Bert als je klaar bent mag je gaan.
2. Bert, als je klaar bent mag je gaan.
3. Bert, als je klaar bent, mag je gaan.
4. Bert als je klaar bent, mag je gaan.

Kloppen de leestekens?

1. Robin zei: "Wie gaat er mee naar de Mac?"
2. Robin zei Wie gaat er mee naar de Mac?
3. Robin zei: Wie gaat er mee naar de Mac?
4. Robin zei "Wie gaat er mee naar de Mac?"

In de zin zijn leestekens vergeten of staan leestekens op de verkeerde plek. Neem de zin over en zet de leestekens op de juiste plek.

ik hou niet van appeltaart zei ik

Schrijf de zin over. Plaats hoofdletters en leestekens.

waarom is vriendschap goed voor je gezondheid

Schrijf de zin over. Plaats hoofdletters en leestekens.

hou jij ook zo van chocolade boterkoek en snoep

Het regent en er is veel wind

Wat een weer

fiets naar school

Zet de goede leestekens in de zin

Mo gaat met de  

.

:

!

?

,

Vul de juiste leestekens in op de juiste plaats.

De leerling zegt            Dit is een leuke les

'

'

,

!

:

.

Leestekens

Leestekens verbeteren de leesbaarheid van teksten.

Er zijn veel verschillende leestekens.

Aan het werk!        

--> Net alle antwoorden goed?

Keuze: Leerroute B of C

--> Net een deel van de antwoorden goed?

Keuze: Leerroute B

Hoe: Eerst 5 minuten zelfstandig (rood) en daarna mag je overleggen (oranje).

Als je klaar bent, mag je de TL-opdrachten (C) maken of lezen in je eigen leesboek.

EXIT-ticket

Typ in maximaal 140 tekens een berichtje over wat jij in deze les geleerd/herhaald hebt.

Afsluiten

Ruim je spullen op.

Blijf op je plek zitten tot de bel gaat.

Spelling

Ga op je eigen plek zitten en leg op tafel: 

1B: je leerwerkboek, je schrift, je leesboek en je etui.

1A: Open je laptop op Lessonup.app

      Leg je leesboek op tafel

Nederlands

Wat gaan we doen? 

1. Lezen

2. Startopdracht + leerdoelen

3. Uitleg - Laatste letter, -d of -t?

4. Aan het werk 

5. Afronden en opruimen

Leerdoelen 

• Je kunt bepalen of je aan het eind van een niet-werkwoord en -d of -t moet schrijven.

Startopdracht

Je krijgt een aantal vragen over woorden die op een -d of een -t eindigen. Weet jij de antwoorden al?

Vul in -d of -t
muggenbul...

Schrijf het woord over en vul het aan met een D of T.

aanbo.....

Moet er een -t of een -d achter het woord?

-t

-d

verdrie...

leven...

kin...

zwaar...

hee...

drijven...

paar...

kas...

scha...

run...

Sleepvraag: 

d of t?

-t

-d

vrien...

gereis...

is verander...

gespeel...

geverf...

geslaag...

ingeslik...

berei...