B2 Wiskunde Hoofdstuk 5 Oppervlakte 5.5 Omtrek en oppervlakte cirkel

Wiskunde (boek deel 2)
Hoofdstuk 5 OPPERVLAKTE (blz. 6 t/m 56)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Wiskunde (boek deel 2)
Hoofdstuk 5 OPPERVLAKTE (blz. 6 t/m 56)

Slide 1 - Slide

Welkom
-pak je spullen: rekenmachine, schrift, boek deel 2
-camera aan / geluid uit
-log in op Lessonup

Slide 2 - Slide

Weektaak
Je krijgt in de les uitleg over de PRAKTISCHE OPDRACHT (zit in de bijlage) van H5. Deze telt mee voor een cijfer!


 STUDYFLOW:  Je controleert of je de volgende hoofdstukken op STUDYFLOW hebt gemaakt:
-1 t/m 15
-21, 22, 24, 25 en 26

Voor de carnavalsvakantie moet moeten al deze hoofdstukken af zijn! 

Slide 3 - Slide

5.5 Omtrek en oppervlakte cirkel
Leg je boek open op blz. 33.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

omtrek cirkel: diameter x 
π
Let op! 
2x de straal is de diameter

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Oppervlakte cirkel =  straal x straal x 
π
Let op! de straal is de helft van de diameter. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Welke som hoort bij de oppervlakte?
A
π x 7 cm
B
π x 14 cm
C
π x 7 cm x 7 cm
D
π x 14 cm x 14 cm

Slide 10 - Quiz

Welke som hoort bij de omtrek?
A
π x 7 cm
B
π x 14 cm
C
π x 7 cm x 7 cm
D
π x 14 cm x 14 cm

Slide 11 - Quiz

Om te onthouden:
oppervlakte rechthoek = lengte x breedte
oppervlakte driehoek = 0,5 x lengte x breedte 
omtrek cirkel = π x diameter
oppervlakte cirkel = π x straal x straal 

Slide 12 - Slide

Weektaak
Je krijgt in de les uitleg over de PRAKTISCHE OPDRACHT (zit in de bijlage) van H5. Deze telt mee voor een cijfer!


 STUDYFLOW:  Je controleert of je de volgende hoofdstukken op STUDYFLOW hebt gemaakt:
-1 t/m 15
-21, 22, 24, 25 en 26

Voor de carnavalsvakantie moet moeten al deze hoofdstukken af zijn! 

Slide 13 - Slide

Einde van deze les

Slide 14 - Slide

Wat is een ander woord van diameter?
A
straal
B
middellijn

Slide 15 - Quiz

Wat is een ander woord voor dit getal?
A
di
B
pi
C
si
D
bi

Slide 16 - Quiz