B5.H9.L6 groep 7 werkwoorden en vaste voorzetsels

Doel:
Je leert dat sommige werkwoorden (verbs) en zelfstandige naamwoorden (nouns) verbonden kunnen zijn met
een vaste voorzetsels (preposition)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Doel:
Je leert dat sommige werkwoorden (verbs) en zelfstandige naamwoorden (nouns) verbonden kunnen zijn met
een vaste voorzetsels (preposition)

Slide 1 - Slide

Noem zo veel mogelijk
voorzetsels

Slide 2 - Mind map

Voorbeelden
antwoord geven op > Kun jij antwoord geven op die vraag?
 
bang zijn voor > Ben je bang voor spinnen?


beginnen met > Zullen we beginnen met de les?

Slide 3 - Slide

Meest gebruikt bij werkwoorden
over, op, aan, om, met, van, bij, naar, voor, in

Slide 4 - Slide

Welke werkwoorden
met een vast voorzetsel ken jij?

Slide 5 - Mind map

Werkwoorden - voorzetsels
Je moet ophouden.......zeuren.
Ze smeekt.........een nieuwe jas.
Hij is boos..............zijn broertje.

Slide 6 - Slide

Zelfstandige naamwoorden - voorzetsels
Als gevolg ... de droogte, is het gazon geel.
Hij legt het probleem uit aan de hand ... duidelijke voorbeelden.
Op basis ... van het onderzoek, verkopen we geen drank meer.
Ik schrijf deze brief ter attentie ... de burgemeester.
In samenwerking ... de tennisclub, organiseer ik een toernooi.


Slide 7 - Slide

Hij stuurt haar............haar kamer.
A
op
B
met
C
in
D
naar

Slide 8 - Quiz

Bas houdt..........voetbal.
A
met
B
van
C
in
D
aan

Slide 9 - Quiz

Iris is verliefd.....................Jonas.
A
in
B
aan
C
op
D
met

Slide 10 - Quiz

Mama is bezig.................met de was.
A
met
B
aan
C
in
D
tussen

Slide 11 - Quiz

Probeer zelf een werkwoord met een vast voorzetsel te noemen.

Slide 12 - Mind map

Huiswerk (zie Teams)
Lees de lijst met werkwoorden met vaste voorzetsels door.
Vertaal wat je niet kent naar je eigen taal.
Maak de 2 van de 5 online oefeningen uit de PDF.

Slide 13 - Slide