Theoriequiz Lezen 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Theoriequiz Lezen 2

Welke twee manieren kun je toepassen om je eigen 'leesmotor' te starten?

1. Veel lezen
2. Boeken lezen die bij je passen
3. Boeken lezen die je leuk vindt
4. Vragen maken bij teksten

Welke leesstrategieën onderscheiden we?

Waar bestaat het tekstgeraamte uit?

Welke woorden ga je sowieso markeren als je de tekst leest?

1. Signaalwoorden
2. Lidwoorden
3. Verwijswoorden
4. Moeilijke woorden

Waarom vinden we een overtuigende tekst vaak minder betrouwbaar?

Welke vijf leesmanieren zijn er?

Wat hoort niet bij het tekstgeraamte?

1. Afbeeldingen
2. Bron
3. Midden van de alinea
4. Titel

Wat is een voordeel van op papier lezen?

Ontspannend

Zoekend

Scannend

Grondig

Kritisch

Je zoekt een recept in een kookboek

Je leert voor aardrijkskunde

Je beoordeelt een bron voor je werkstuk

Je checkt of deze tekst iets zegt over de voordelen van veganisme

Je leest de Donald Duck

Je gaat na of je deze tekst wil lezen

Je probeert de teksten voor geschiedenis te snappen

Je geeft aan of je het wel of niet eens bent met de tekst

Is dit een onderwerp of een hoofdgedachte: "verbod op avocado's"?

1. onderwerp
2. hoofdgedachte

Welk tekstdoel hoort bij een nieuwsbericht?

1. informeren
2. instueren
3. overtuigen
4. ontroeren

Welke tekstvorm kun je tegenkomen bij een overtuigende tekst?

1. recept
2. recensie
3. gedicht
4. schooltekst

Waar let je op als je de betrouwbaarheid van een tekst beoordeelt?

Wat voor verband geeft het signaalwoord 'ook' aan?

1. concluderend
2. oorzaak-gevolg
3. reden
4. opsomming

Welk verband geeft het signaalwoord 'zoals' aan?

1. toelichting
2. tijdaangevend
3. vergelijking
4. samenvatting