2. Hedonisme en Utilisme

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 3

Ethiek

2. Hedonisme en Utilisme

Leerdoel:

Je kunt aangeven welke twee doelethieken er zijn en wat deze inhouden. 

Doelethiek:

• manier van handelen waarbij vooral de uitkomst belangrijk is en niet de weg er naar toe. 
  
• Twee bekende doelethieken zijn het hedonisme en het utilisme

 1: Hedonisme (doelethiek)

Epicurus:

• Volgens deze oud-Griekse filosoof gaat het in het leven om geluk.
• Gelukkig zijn bereik je volgens hem door te proberen pijn te vermijden en het genot na te streven
  
• Hoe sneller je tevreden bent, hoe sneller je gelukkig bent.
  
• Soms moet je wat ellende accepteren als je weet dat er daarna iets goeds komt, maar ook: soms moet je iets leuks niet doen als je weet dat er daarna ellende van komt. 

2: Utilisme (doelethiek)

• Je handeling is ethisch juist (menswaardig) te noemen wanneer deze voor zoveel mogelijk mensen zoveel mogelijk geluk/voordeel oplevert.
  
• Je maakt achteraf een balans op van de gevolgen die jouw keuze heeft gehad. 
  
• Een handeling is goed als het voor zoveel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen zorgt.
  
• Een leugentje om bestwil zou dan niet erg zijn
• Maar waar ligt dan de grens? Wie bepaalt welk soort geluk er moet gelden? Bepaalt de meerderheid altijd wat er dan gebeurt? 

Liegen? goed of fout?

kanttekeningen

• Een minderheid kan dus ongelukkiger worden want
  

het doel heiligt de middelen. Die minderheid kan 49,9% van de bevolking zijn. 

• Soms moeten er doden vallen om iets goeds te bereiken.
  

Casus: 

Het trolleyprobleem

Casus: het trolleyprobleem

Opdracht: Bedenk de beste oplossing voor het trolleyprobleem en leg uit waarom je precies voor deze oplossing hebt gekozen. Geef ook aan onder welke omstandigheden je een andere keuze zou maken. 

Geef nu jouw oplossing voor de casus uit de vorige slide. Leg ook uit onder welke omstandigheden je een andere keuze zou maken.