maandag 21/9 bespreken brief/herhalen gram./spelling

Klassenregels
Je mobiel en oordopjes zijn uit het zicht.
Je Ipad ligt plat op tafel, tenzij anders aangegeven.
De Ipad wordt alleen gebruikt voor lesdoeleinden.
Je jas hangt op de gang.
Als de docent praat, ben je stil. Je steekt je vinger op als je iets wilt zeggen.
Je eet en drinkt niet tijdens de les.
Je hebt een actieve werkhouding.
Je hebt je leerwerkboek en leesboek mee en maakt je huiswerk.



1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Klassenregels
Je mobiel en oordopjes zijn uit het zicht.
Je Ipad ligt plat op tafel, tenzij anders aangegeven.
De Ipad wordt alleen gebruikt voor lesdoeleinden.
Je jas hangt op de gang.
Als de docent praat, ben je stil. Je steekt je vinger op als je iets wilt zeggen.
Je eet en drinkt niet tijdens de les.
Je hebt een actieve werkhouding.
Je hebt je leerwerkboek en leesboek mee en maakt je huiswerk.



Slide 1 - Slide

Bespreken sollicitatiebrief en cv
Bekijk je cijfer en je beoordelingsblad.
Tel de punten bij elkaar: als ik een rekenfout heb gemaakt, graag melden!

Slide 2 - Slide

Gemaakte fouten:
T.a.v. mevrouw A. van den Boogaard
Geachte mevrouw Van den Boogaard,
Hoofddorp, 20 september 2020
Voor voegwoorden komma zetten: 
dus voor: omdat, want, etc.


Slide 3 - Slide


Adres

   Saskia Brouwer
Bosstraat 34A
                   2135 AP Nieuw-Vennep
06-20458710

Slide 4 - Slide

oefenen voor toets
Klaar met oefenblad?
Ga verder met paragraaf 1.7, 1.8, 2.7, 2.8
Klaar? Lezen

Slide 5 - Slide

Vaste volgorde zinsontleden
1. De persoonsvorm (pv)
2. Zinsdeelstrepen zetten
3. Het werkwoordelijk gezegde (wg)
4. Het onderwerp (o)
5. Het lijdend voorwerp (lv)
6. Het meewerkend voorwerp (mw)
7. De bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 6 - Slide

De politieagenten en Ewout Genemans hebben een dief opgepakt.
Het team is op een bedrijfsuitje geweest.
De meisjes waren op vakantie geweest/ Het meisje was op vakantie geweest.
De politie nam geen enkel risico.



Slide 7 - Slide

Zij kan mooi pianospelen. Mooi zegt iets over het pianospelen.
In het weekend moet ik werken. In het weekend zegt iets over de tijd.
Ik ga graag kamperen in Luxemburg. In Luxemburg geeft de plaats aan.

Voor het gemak kun je zeggen dat elk zinsdeel dat nu nog over is een bijwoordelijke bepaling is. Niet, Nooit of altijd zijn altijd bijwoordelijke bepalingen.

Slide 8 - Slide

Jasmijn/ heeft/ een jurk /voor haar moeder/ gekocht.
pv.=heeft
wg.=heeft gekocht
o.=Jasmijn
lv.=een jurk
mw.=voor haar moeder
bwb.=

Slide 9 - Slide

Vorige week/ zijn/ wij/ naar de dierentuin/ geweest.
pv=zijn
wg=zijn geweest
o=wij
lv=
mw=
bwb=vorige week, naar de dierentuin

Slide 10 - Slide

De jongens/ hebben/ gevoetbald/ op het schoolplein.
pv=hebben
wg=hebben gevoetbald
o=de jongens
lv=
mw=
bwb=op het schoolplein

Slide 11 - Slide

De bomen/ zijn/ door de storm/ omgewaaid.
pv=zijn
wg=zijn omgewaaid
o=de bomen
lv=
mw=
bwb=door de storm

Slide 12 - Slide

Wat vind je nog lastig?
Huiswerk:
Zorg dat je alle vier de paragrafen hebt gemaakt.
oefen extra op: Cambiumnet.nl

Slide 13 - Slide