Voorbereiding op toetsweek 3

Voorbereiding op toetsweek 3
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voorbereiding op toetsweek 3

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Als het goed is: 
- ben je aan het eind van deze les voldoende voorbereid op de toets; 
- weet je aan het eind van deze les aan welk onderdeel je extra aandacht kunt besteden. 

Slide 2 - Slide

Module schrijven (1/2) 
- Op welke zes manieren kun je als schrijver rekening houden met je leespubliek? 
- Welke zeven vaste tekststructuren onderscheiden we? 
- Uit welke onderdelen bestaat de inleiding van een betoog?
- Waaruit bestaat het middenstuk van een betoog en hoe werken we dit uit? 
- Uit welke onderdelen bestaat het slot van een betoog? 

Slide 3 - Slide

Module schrijven (2/2) 
- Welke onderdelen komen in welke volgorde voor in de zakelijke brief?
- Welke drie redenen zijn er om een zakelijke brief te schrijven? 
- Waarmee moet je rekening houden bij het schrijven van een zakelijke brief?

Slide 4 - Slide

Formuleren
Hierna volgen enkele vragen over de onderdelen formuleren. Probeer deze zo goed mogelijk te beantwoorden. Dit is een goede manier om te bekijken hoe je er op dit moment voor staat!

Slide 5 - Slide

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden ook, bovendien, daarnaast, verder
A
Tegenstellend tekstverband
B
Opsommend tekstverband
C
Toelichtend tekstverband
D
Chronologisch tekstverband

Slide 6 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden maar, toch, echter en hoewel?
A
Tegenstellend tekstverband
B
Opsommend tekstverband
C
Toelichtend tekstverband
D
Chronologisch tekstverband

Slide 7 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden namelijk, immers, want en omdat?
A
Toelichtend tekstverband
B
Redengevend tekstverband
C
Voorwaardelijk tekstverband
D
Oorzakelijk tekstverband

Slide 8 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden zo, neem nou en denk aan?
A
Toelichtend tekstverband
B
Redengevend tekstverband
C
Voorwaardelijk tekstverband
D
Oorzakelijk tekstverband

Slide 9 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden mits, als, indien en wanneer?
A
Toelichtend tekstverband
B
Redengevend tekstverband
C
Voorwaardelijk tekstverband
D
Oorzakelijk tekstverband

Slide 10 - Quiz

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden waardoor, daardoor, doordat en als gevolg van?
A
Opsommend tekstverband
B
Redengevend tekstverband
C
Oorzakelijk tekstverband
D
Voorwaardelijk tekstverband

Slide 11 - Quiz

Incongruentie:
De media besteedt veel aandacht aan de formatie van het kabinet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Incongruentie:
Tachtig procent van de eindexamenleerlingen is geslaagd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Incongruentie:
De juistheid van de cijfers werden in twijfel getrokken door de accountant.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Incongruentie:
De medewerkers is gevraagd om 15.00 uur aanwezig te zijn in de grote hal.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Welke twee manieren zijn er om een foutieve beknopte bijzin te 'repareren'?

Slide 16 - Mind map

Beknopte bijzin:
Van het mooie weer genietend dronken we een koud glas limonade.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Beknopte bijzin:
Zijn vriendin uitzwaaiend, verdween de bus uit het zicht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Beknopte bijzin:
Bij ons vakantiehuisje aangekomen, vielen de mussen van het dak.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Beknopte bijzin:
Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Op welke drie zaken moeten we letten om te controleren of samentrekkingen correct zijn?

Slide 21 - Mind map

Samentrekkingen:
Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.
A
Juist
B
Onjuist, functie komt niet overeen
C
Onjuist, getal komt niet overeen
D
Onjuist, betekenis komt niet overeen

Slide 22 - Quiz

Samentrekkingen:
De hond werd voortdurend gepest en werd tenslotte ziek.
A
Juist
B
Onjuist, functie komt niet overeen
C
Onjuist, getal komt niet overeen
D
Onjuist, betekenis komt niet overeen

Slide 23 - Quiz

Samentrekkingen:
Hij houdt van zijn vriendin en haar hand vast.
A
Juist
B
Onjuist, functie komt niet overeen
C
Onjuist, getal komt niet overeen
D
Onjuist, betekenis komt niet overeen

Slide 24 - Quiz

Samentrekkingen:
In onze wijk worden verkeersdrempels en een nieuwe speeltuin aangelegd.
A
Juist
B
Onjuist, functie komt niet overeen
C
Onjuist, getal komt niet overeen
D
Onjuist, betekenis komt niet overeen

Slide 25 - Quiz

Samentrekkingen:
Ik ben blij en gisteren door mijn vrienden getrakteerd.
A
Juist
B
Onjuist, functie komt niet overeen
C
Onjuist, getal komt niet overeen
D
Onjuist, betekenis komt niet overeen

Slide 26 - Quiz

Het heetste ... ik ooit heb gegeten is een Carolina Reaper.
A
dat
B
wat

Slide 27 - Quiz

De plant ... ik net vertelde is een geranium.
A
waarover
B
over wie

Slide 28 - Quiz

Heb je het ... nog steeds niet verteld?
A
hen
B
hun

Slide 29 - Quiz

Heb je het nog steeds niet aan ... verteld?
A
hen
B
hun

Slide 30 - Quiz

Het concern ontsloeg 350 van ... 800 werknemers.
A
zijn
B
haar

Slide 31 - Quiz

Als je dat boek hebt uitgelezen, moet je ... direct terugbrengen naar de bibliotheek.
A
hem
B
het

Slide 32 - Quiz

De bibliotheek is namelijk erg zuinig op ... eigendommen.
A
zijn
B
haar

Slide 33 - Quiz

Iets ... je echt eens moet doen, is een broodje halen bij Broodje Delft.
A
dat
B
wat

Slide 34 - Quiz

Ondanks alle inspanningen moest de onderneming toch ... faillissement aanvragen.
A
haar
B
zijn

Slide 35 - Quiz