Voegwoord

2A Nederlands
10 september 2024
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2A Nederlands
10 september 2024

Slide 1 - Slide

Planning
- Herhaling vorige les
- Lesdoel bespreken
- Uitleg nieuwe theorie
- Aan de slag
- Afsluiting

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoorden, lidwoorden, zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

Welke voorbeelden kennen jullie?

Slide 3 - Slide

Lesdoel
Je leert voegwoorden herkennen.

Slide 4 - Slide

Voegwoorden
Een voegwoord plakt woorden of zinnen aan elkaar.


Slide 5 - Slide

Voegwoorden - woorden
Wil je een appel of een peer?
Een nieuwe tas en een cadeaubon

Slide 6 - Slide

Voegwoorden - zinnen
Ik moest lopen, want mijn band was lek.
Toen ik klein was, logeerde ik vaak bij mijn opa en oma.

Slide 7 - Slide

Voegwoord
Het voegwoord staat tussen de zinnen die aan elkaar geplakt worden óf vooraan.

Andere voorbeelden:
en, of, terwijl, omdat, zodat, nadat, toen, want, maar, als

Slide 8 - Slide

Aan de slag
Samen opdracht 1 maken.
Zelf opdracht 2, 3 en 4 maken.

Klaar? Aan mij laten zien.

Slide 9 - Slide

Afsluiting
Ik kan voegwoorden herkennen.

Slide 10 - Slide