1) Je kunt een beschrijving geven van een Vanderwaalsbinding en een Waterstofbrug en uitleggen waar de sterkte van deze bindingen van afhangt.
2) Je kent de algemene eigenschappen van moleculaire stoffen en kunt deze in verband brengen met de microstructuur.
3) Je kunt de sterkte en het type van de bindingen tussen moleculen in verband brengen met het smelt- en kookpunt van de stof en de oplosbaarheid in water.