4 vwo Periode 3 literatuurgeschiedenis de renaissance en Warenar

1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

3

Slide 8 - Video

02:44
Wat was het belangrijkste bezwaar van Luther tegen de kerk?
A
de kerk heeft te veel macht
B
de kerk is te rijk
C
de handel in aflaten

Slide 9 - Quiz

03:13
Waar baseerden humanisten zich op bij het vormen van hun ideeën?

Slide 10 - Open question

03:51
Wat is er, naast de Erasmusbrug, nog meer naar Erasmus vernoemd in Rotterdam?

Slide 11 - Open question

Humanisme
  • De zelfstandige, onderzoekende mens in het middelpunt
  • Vrijheid in het denken / verdraagzaamheid / streven naar rechtvaardige samenleving / eerlijk, rationeel en menswaardig rechtssysteem
  • Stimulering wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling van kennis
  • Voorbode van het rationalisme in 17e en 18e eeuw
  • Het beredenerende verstand > route aan naar medemenselijkheid en tolerantie


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Belangrijke humanisten
  • Desiderius Erasmus (1466-1536): gewetensvrijheid, vrede en tolerantie. Belangrijk werk: ‘Lof der Zotheid’ (1509)
  • Dirck Volkertszoon Coornhert (1522-1590): godsdienstige verdraagzaamheid, eerlijke en humane rechtspraak. Belangrijk werk: ‘Zedekunst, dat is wellevenskunste’(1586)
  • Baruch Spinoza (1632-1677): de enig mogelijke kennis is kennis die berust op controleerbare

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Kritiek reformatie
1. De katholieke kerk en de geestelijken verrijken zich, terwijl Christus juist materiële eenvoud predikte.
2. Gods woord is er voor iedereen, niet alleen kerkelijke specialisten. De Bijbel ook in de volkstaal, dus niet alleen in het Latijn!
3. Het christendom monotheïstisch blijven (één god) / geen polytheïsme (meer goden aanbidden).
4. Geen afbeeldingen van goddelijke aangelegenheden, dat zegt de Bijbel! De katholieke kerk staat echter vol met beelden en schilderijen.
5. Katholieke geestelijken moeten celibatair leven. Om allerlei redenen zien protestanten dat niet zitten.

Slide 16 - Slide

Nederlandse opstand 
  • Hervorming/ opkomst protestantisme > Maarten Luther (1483-1545) en Johannes Calvijn (1509-1564)
  • Spaanse koningen Karel V en Philps II > absolute macht en één christelijk geloof voor iedereen: het rooms-katholieke.
  • verzet door edelen o.l.v. Willem van Oranje
  • Nederlandse Opstand (Tachtigjarige Oorlog), 1568-1648
  • In het noorden (Spaanse overheersing teruggedrongen): Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
  • In het zuiden: val van Antwerpen in 1585. Spaanse heerschappij bleef daar aanwezig.


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Slide

Liedboeken
  • populair in 16e en 17e eeuw / alle soorten en maten / alle prijscategorieën 
  • Zingen was in
  • Bestaande melodieën (Wilhemus: Frans spotlied over mislukte belegering -huidige versie is wat plechtiger)
  • Gepubliceerd in geuzenliedboek (strijdliederen tegen de opstand)
  • Ook Bredero schreef er een: Groot Liedboek


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Slide

Gouden Eeuw
  • economische opbloei van noordelijk deel van de Nederlanden, met name in Amsterdam / opkomst machtige burgerij/ handelslieden, de z.g. regentenfamilies / 
  • handel en kolonialisme (VOC)
  • Immigratie: ‘braindrain’ vanuit het zuiden (Vlaanderen) en vanuit Portugal en Spanje (vervolgde joden etc.)
  • Opbloei cultuur (Vondel, Hooft, Rembrandt etc.) en wetenschap (Huygens, Spinoza etc.) in de noordelijke Nederlanden:  renaissancistische idealen en ambities van zelfbewuste, rijke burgerij.
  • Calvinisme (dogmatisch protestantisme) wordt dominante geloofsrichting
  • Ontwikkeling van eenheids-/standaardtaal
  • 1637: Statenbijbel: 1 volk, 1 taal 1 bijbel in de Republiek

Slide 26 - Slide

1

Slide 27 - Video

01:16
Waar is de renaissance ontstaan?
A
Duitsland
B
Nederland
C
Oostenrijk
D
Italië

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Aristotelische tragedie
  1. Opbouw: proloog, vijf bedrijven, epiloog
  2. Eenheid van tijd (48 uur), plaats (één locatie)en handeling (één cruciale kwestie):
  3. Treurig einde: dood en/of ondergang van de held
  4. Expositie: Wat is het conflict? Wat speelt er? Om wie gaat het? al snel duidelijk.
  5. Onmiskenbare protagonist (centraal personage), beslissende fase van zijn leven. Soms een antagonist: de tegenstrever van de protagonist
  6. De ondergang van de hoofdpersoon vanwege karaktertrekken of  (inschattings)fouten. 
  7. ‘Wendepunkt’ of draaipunt: op tweederde > onverwachte wending
  8. Deus ex machina; een godheid die neerdaalt en oplossing biedt
  9. De aanwezigheid van ‘reien’, collectieven die in (spreek)koor > commentaar op de gebeurtenissen.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide



Embleem uit Emblemata amatoria, Afbeeldinghen van Minne van P.C. Hooft, Amsterdam, 1611
Liefdesemblematiek
Met lecker 'hoop de Min staet om te locken breedt; Maer 't Aes bedeckt den Hoeck: vast ismen eermen 't weet. Vrij vertaald: Amor staat breeduit in de hoop iets lekkers te vangen met zijn hengel, maar het aas bedekt de vishaak en voor men het weet zit men vast. Dit onderschrift hoort bij de afbeelding hierboven. Samen met het motto Daer Schuylt vormt het een van de emblemen uit het boek Emblemata Amatoria van P.C. Hooft.
Met het afgebeelde embleem haalt Hooft een oud thema aan: de bedrieglijkheid van de liefde. Aan de kant kijkt een liefdespaartje toe hoe Amor staat te vissen. Het motto en het bijschrift leggen uit wat de prent uitbeeldt. Onder het aas zit immers de haak van de hengel: de liefde lokt je met wat lekkers, maar als je niet uitkijkt zit je eraan vast!
In de 16de en 17de eeuw ontstonden veel soorten embleemboeken. Holland was vooral bekend om de liefdesemblematiek, waar het beschreven embleem een voorbeeld van is. Eveneens kenmerkend was het realisme in de Hollandse emblemen. Vaak worden scènes uitgebeeld uit het dagelijks leven, gestoffeerd met mensen die contemporaine kleding dragen.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide