Hoeken berekenen zonder gonio

 Hoeken berekenen 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

 Hoeken berekenen 

Slide 1 - Slide

Hoeken berekenen
Aanpak bij het berekenen van hoeken:

- maak altijd een schets (als er geen plaatje is bij de opgaven)
- zet erbij welke regel je gebruikt

Slide 2 - Slide

Scherpe
Stomp
Rechte hoek
Volle hoek
Gestrekte hoek
Sleep het juiste plaatje naar de goed plek

Slide 3 - Drag question

Schat de grootte van de hoeken
45°
70°
110°
130°
90°
100°
50°
80°

Slide 4 - Drag question

Een hoek van 79 graden is ...
A
Scherp
B
Stomp

Slide 5 - Quiz

(in een driehoek zijn de hoeken samen 180o)
Hoeken som

Slide 6 - Slide

hoeksom driehoek (voorbeeld)
dus...
als je 2 van de 3 hoeken weet, 
dan kan ik de laatste hoek berekenen.


voorbeeld: 



C=180°AB
C=180°100°50°=30°
(hoekensom)
vraag: bereken hoek C

Slide 7 - Slide

Hoe groot is hoek C?
A
210 graden
B
55 graden
C
30 graden
D
Kun je zo niet berekenen, driehoek is niet rechthoekig.

Slide 8 - Quiz

Gelijkbenige driehoek
bij een gelijkbenige driehoek zijn 
2 zijdes even lang, en de basishoeken 
zijn even groot. 



Slide 9 - Slide

Gelijkbenige driehoek (voorbeeld)
a) hoe groot is         ?
                     Dus:                      

b) hoe groot is        ?
we weten: 
dus:                                      
(hoekensom)
B
A=B
B=70°
C
A=70°,B=70°
C=180°70°70°=40°

Slide 10 - Slide

Gelijkzijdige driehoek
In een gelijk zijdige driehoek zijn:

  1. de zijden even lang
  2. de hoeken even groot (180 : 3 = 60o)

Slide 11 - Slide

Vierhoek
Elke vierhoek heeft als hoekensom 360o.

Slide 12 - Slide

Overstaande hoeken
Regel: overstaande hoeken zijn even groot




Dus de hoeken met het boogje zijn even groot, maar ook de hoeken waar niets in staat zijn even groot.

Slide 13 - Slide

Deellijn
Er staan dezelfde symbooltjes in hoeken die even groot zijn.

Slide 14 - Slide

Maken

Slide 15 - Slide

F hoeken
Te herkennen aan twee evenwijdige lijnen, en een derde lijn die de evenwijdige lijnen snijdt.

Slide 16 - Slide

Z hoeken
Te herkennen aan twee evenwijdige lijnen en een derde lijn die de evenwijdige lijnen snijdt.

Slide 17 - Slide