4.3 - Kracht, massa en versnelling

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup!

Slide 1 - Slide

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup!

Slide 2 - Slide

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup.

Slide 3 - Slide

§4.3 Kracht, massa en versnelling

Slide 4 - Slide

Lesdoelen voor vandaag
-Je weet wat de 2e wet van newton is en kan dit toepassen
-Je weet wat traagheid is
-Je weet wat resulterende kracht is en kan hiermee rekenen

Slide 5 - Slide

De versnelling is de snelheidstoename per meter.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Hoe groot is de versnelling hier?
A
45 m/s^2
B
10 m/s^2
C
11 m/s^2
D
22 m/s^2

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste eenheid voor de versnelling?
A
m
B
m/s
C
m/s2
D
N

Slide 8 - Quiz

Een vliegtuig vliegt met constante snelheid door de lucht. Wat weet je over de resulterende kracht?
A
De resulterende kracht is vooruit gericht
B
De resulterende kracht is achteruit gericht
C
Er is geen resulterende kracht
D
Niks

Slide 9 - Quiz

Proefje 
Leg uit wat er gebeurt tijdens dit proefje en hoe dat komt.

Slide 10 - Slide

traagheid
Traagheid is de eigenschap van een object zich te verzetten tegen snelheidsverandering als er een kracht op wordt uitgeoefend.
Het wil dus in dezelfde richting gaan en dezelfde snelheid.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Massa is traag
Of: Zolang er geen resulterende kracht op werkt staat een massa stil of blijft bewegen met constante snelheid in een rechte lijn.
1e wet van Newton

Slide 13 - Slide

Hoe groter de massa hoe groter de traagheid en hoe moeilijker het is om deze een versnelling te geven.

Slide 14 - Slide

auto of fiets drukken?

Slide 15 - Slide

Tweede wet van Newton
Er is dus een verband tussen de resulterende kracht op een voorwerp, de massa van dat voorwerp en de versnelling die dat voorwerp heeft.



Fres=ma

Slide 16 - Slide

Tweede wet van Newton


F= de kracht in Newton (N)
m= de massa in kilogram (kg)
a= de versnelling in meters per seconde kwadraat (m/s2)

Ofwel: 1 Newton is de kracht die nodig is om 1 kg een versnelling te geven van 1 m/s2 .

Fres=ma

Slide 17 - Slide

Zwaartekracht

g = de sterkte van de zwaartekracht
In vrije val is Fz gelijk aan Fres, dus:

 daarom is in vrije val  g ook de valversnelling. 
op aarde altijd 9,8 m/s2

Fz=mg
mg=ma

Slide 18 - Slide

Voorbeeldopdracht
Je zit in de auto (totale massa: 1350 kg) en rijdt met een constante snelheid van 30 km/h. Je ziet iemand oversteken op een zebrapad en remt. Na 3,0 seconden sta je stil.

Bereken de remkracht van de auto

Slide 19 - Slide

Je zit in de auto (totale massa: 1350 kg) en rijdt met een constante snelheid van 30 km/h. Je ziet iemand oversteken op een zebrapad en remt. Na 3,0 seconden sta je stil.

Bereken de remkracht van de auto

Slide 20 - Open question

Uitwerking
Gegevens: m=1350 kg  v= 30/3,6=8,3m/s       v= -8,3m/s      t= 3,0s 


a= -2,8 m/s 

Frem= -3,8kN
a=ΔtΔv
Frem=ma
Δ
Δ

Slide 21 - Slide

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak de volgende opdrachten van H4.3; 1, 2, 3, 4, 5

Hoe?  Je mag fluisterend overleggen

Hoe lang? Tot het einde van de les.

Klaar? Ga vast H4.3 lezen

Slide 22 - Slide

Leg uit; wat betekent ''traagheid''

Slide 23 - Open question

Wat is de tweede wet van Newton?

Slide 24 - Open question