thema 2 week 2 les 8 spelling

Lesdoel: Je kan werkwoorden schrijven in de verledentijd. Ook kun je hier zelfstandig opdrachten bij maken.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BasisschoolGroep 7

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesdoel: Je kan werkwoorden schrijven in de verledentijd. Ook kun je hier zelfstandig opdrachten bij maken.

Slide 1 - Slide

Waar hebben we het gisteren over gehad?

overleg met je buur.

Slide 2 - Slide

Je hebt geleerd om woorden zoals reizen en proeven in de verledentijd te schrijven.

Waar moet je goed opletten bij deze woorden?

Slide 3 - Slide

Welke stap ontbreekt?

Slide 4 - Slide

voorbeeld:
Hij (durven) niet alleen thuis te zijn.

stap 1: de stam 
stap 2: kijken naar de laatste letter    
stap 3: wel of niet in 't kofschip x?
ja = te(n)
nee = de(n)
stap 4: enkelvoud of meervoud?

Slide 5 - Slide

Zij (blozen) allebei van het mooie compliment.
1. de stam
2. kijken naar de laatste letter.
3. enkelvoud of meervoud?

Slide 6 - Open question

De kandidaten (beven) van de zenuwen.
1. de stam
2. kijken naar de laatste letter.
3. enkelvoud of meervoud?

Slide 7 - Open question

De leerlingen (streven) naar het beste resultaat.

Slide 8 - Open question

Wij (verhuizen) vorige week naar ons nieuwe huis.

Slide 9 - Open question

De spelers (beseffen) hoe goed ze hadden gespeeld.

Slide 10 - Open question

Aan de slag
Wil je nog extra uitleg? 
Draai dan je chromebook om.

- Maak ster 1 en 2 of ster 2 en 3
- Kijk dit na.
- Verbeter de fouten als dat nodig is.
- Lezen of tekenen met chromebook.

Slide 11 - Slide